Ik word geconfronteerd met mijn manier van communiceren. Ik blijk nogal vaag te blijven door een rookgordijn op te werpen. Dat komt doordat ik te pas en te onpas het woord “misschien” in een zin gebruik. Dit wil zeggen dat ik niet duidelijk ben en dat werkt voor de toehoorder verwarrend.
Is het de twijfel die ik zelf heb over mijn uitspraken of probeer ik twijfel te zaaien bij de ander? Ik twijfel hierover en misschien kan er in beide mogelijkheden wel waarheid schuilen. In het vervolg zal ik trachten om het woord “misschien” te vermijden. Het effect ga ik in ieder geval in dit verhaal uittesten zodat ik het zelf terug kan lezen.
“Kan ik misschien de boter even van je krijgen”. Of, “kan ik de boter even van je krijgen”.
Dit leidt in mijn beleving niet echt tot een schokkend verschil. Wellicht is de eerste zin iets vriendelijker maar impliceert ook twijfel of de ander wel genegen is om de boter überhaupt te geven. Waar komt die twijfel dan vandaan? Heb ik geen vertrouwen in de ander of ben ik bang dat ik anders te dwingend overkom? Blijkt toch nog lastig voor een huis, tuin en keuken analist!
“Vind je dit jurkje mij leuk staan of niet? “Je bibs wordt misschien iets te veel geaccentueerd”. Of, “vind je dit jurkje mij leuk staan of niet? “Je hebt er een dikke kont in”!
Dit laatste is wat er uiteindelijk gehoord wordt uiteraard, niet wat er gezegd wordt. Mogen dat duidelijk zijn. Hier wordt het verschil op een andere manier geïnterpreteerd: Het woord “misschien” is hier weggevallen en alleen de beleving van de opmerking is blijven hangen. Hier diende het woord “misschien” juist een positief karakter met de intentie de ander niet te kwetsen maar te beschermen!
“Je hebt gelijk, dat deed ik niet goed! Misschien moet ik het voortaan anders doen”. Of,” je hebt gelijk, dat deed ik niet goed! Ik ga het voortaan anders doen”!
Hier is het verschil wel degelijk evident lijkt mij. Dit is ook waarom ik verweten wordt vaag te blijven. In de eerste zin dek ik me zelf in en laat ik in het midden of ik de besproken zaken daadwerkelijk anders ga doen en het gelijk van de ander wel serieus neem. In de tweede zin stel ik me kwetsbaar op en maak ik een belofte over verbetering.
“Ik ga volgende maand een week weg”. Of, “ik ga misschien volgende maand een week weg”.
Hier wordt een feit veranderd in een mogelijkheid tot overleg. Het verschil is enorm. “Misschien” impliceert hier een wens die gedeeld kan worden. Het blijft lastig. Ik ga proberen duidelijker te zijn, maar het verzachtende karakter van “misschien” ga ik nog niet helemaal loslaten. “Wellicht” anders verpakt. Als mijn zelfvertrouwen sterk genoeg is zal het niet meer onduidelijk zijn, alleen nog maar zalvend.
Wouter Kramer
21-05-2015