In de moeilijkste periode van mijn leven, toen mijn wereld instortte en er meer zwart dan wit was in mijn bestaan, heb ik me vastgehouden aan het getal 100. Wat er ook gebeurt, of je nu gelukkig bent of niet, arm of rijk, succesvol of onder een brug. Het kan zomaar zijn, dat je in al die omstandigheden 100 jaar oud wordt. Met die wetenschap, is het dan toch wel handig om er maar het beste van te maken.
Inmiddels ben ik over de helft en lacht het leven me toe. Ik heb gelukkig, richting mijn centennial, nog vele lentes te gaan. Bovendien heb ik mijn vrouw beloofd haar te overleven en geloof me maar, zij wordt stokoud! Belofte maakt schuld, dus ik heb grote kans de 100 te halen. Ook het feit, dat ik nog geen opa ben en dit er volgens mij voorlopig nog niet inzit, betekent dat ik geduldig mijn tijd moet nemen om later met de kleine schoffies en schoffesses, op schoot liedjes voor ze te zingen. Ik ben benieuwd of ik de gekke liedjes, die mijn vader vroeger voor ons zong, dan nog herinner? Dat zal afhankelijk zijn van mijn geestelijk aftakeling, Fysiek zal het allemaal nog wel in orde zijn, want ik leef heel zuinig en mijn lichaam is mijn tempel. Maar ik word al een beetje vergeetachtig en de teksten van liedjes zijn toch al niet mijn sterkste kant. Dan maar 100 uit nonsens op ratelen, dat lukt me denk ik altijd nog wel.
Ik weet nog dat ik vroeger de magische hoeveelheid van 100 mooie glazen knikkers, met pieken en schuiven, binnengehaald had. De eerlijkheid gebied te vermelden dat alles wat rond was, van een bepaalde afmeting, meegeteld werd en een klein beetje valsspelen hier en daar niet geschroomd werd. Dus stalen kogels uit lagers en witte kalkenpoepers maakten gewoon deel uit van het geheel. Mijn eerste 100 gulden op de zilvervlootrekening, die mijn zuinige moeder voor me geopend had, is ook zo’n mijlpaal! Na eindeloos oefenen, bij ons voor de deur op het Goeman Borgesiusplantsoen, een bal hooghouden totdat de 100 gehaald was. “Zou ik dan toch nog een technische voetballer worden?” De dikke overschrijding van 100 kilometer per uur en dito boete, met mijn eerste sportautootje, vergeet ik ook niet meer. De wilde orchideeën in de tuin in Frankrijk. Bij aankoop exact 42 bloeiende exemplaren van de prachtige paarse Mannetjesorchis en al na twee jaar, van gericht maai en hooiwerk, de 100 gepasseerd.
Zo zie je maar, dat 100 voor mij een getal is met een verhaal. De ene keer van meerwaarde en de andere keer een ingeprente herinnering. Nu schrijf ik dus een verhaal met een getal. Naar dit aantal heb ik niet echt toe gewerkt, maar het is nu wel zover. Eerlijk gezegd had ik van tevoren niet gedacht dat ik de 100 zou halen. Wat ooit begon als één van mijn vele onrustige “artistieke” zijsprongen, die meestal vroegtijdig in schoonheid sterven, schrijf ik nu al meer dan twee jaar bijna wekelijks mijn stukjes proza. Buiten het plezier dat ik aan het schrijven beleef, is ook de waardering van de lezers absoluut de oorzaak van deze ongelofelijke hoeveelheid hersenspinsels. Voor de tevreden lezer is dit een hint, moge dat duidelijk zijn! Of ik dit tot mijn 100e verjaardag volhoud en waar het eindigt, weet ik nu nog niet? Gelukkig is 100 inmiddels ook maar een getal en geen doel meer.
Wouter Kramer Column 100, 05-01-2017