Tagarchief: column 74

BREEKBAAR ALS GLAS

groen glas

Eind april. De waarschuwingen van diverse weermannen, over winterse temperaturen en hagelbuien, worden teniet gedaan door het kraakheldere zonlicht, dat van achter het venster mijn ogen dicht doet knijpen om de flinterdunne scherpte te kunnen verdragen.

Terwijl ons Amandelboompje haar zoete roze bloesem al heeft moeten loslaten, komen de cerise rode bloemen van de Prunus en overweldigende zachtmauve pruik van de Keizersboom me vrolijk tegemoet. Als ware het, her en der, vastgeplakte tulpen op een grote grillige bonsai, pronkt de trotse Magnolia, van drie tuinen verderop, met haar geschilderde kunstwerkjes. Gelijk een, met fel kleurend palet, geschilderd doek steekt het fris ontluikende groen en de hemelsblauwe lucht, achter spierwitte wolken, sprankelend af tegen de diverse kleuren van de bloeiende planten en bomen in mijn gezichtsveld. De natuur houdt een schoonheidswedstrijd. Lichte beweging maakt het geheel levend en laat me beseffen dat ik niet in een betoverd schilderij gestapt ben. Ik moet naar buiten!

Ik aanschouw mijn vrouw, die haar gevoerde jas, welke eigenlijk al aan de zomerslaap begonnen was, weer uit de kast tevoorschijn getoverd heeft. Handschoenen en wollen sjaal met, uiteraard, bijpassende muts, maken de winteroutfit compleet en doen me vermoeden dat ik zo dadelijk onaangenaam verrast kan worden door het, in mijn geest genestelde, verkeerde beeld van de buitentemperatuur. Wanneer de voordeur opengaat, verdwijnt, als de zon achter een sneeuwbui, de gedachte om naar mijn tante in de Merwelanden te fietsen. Met de verwarming op 24 graden tuffen we vervolgens, door een hagelbui heen, richting het zorgcentrum op de Staart. We gaan mijn boekje brengen, dat ze nog tegoed heeft voor haar tachtigste verjaardag. Deze krasse vrouw kan, in mijn beleving, nog makkelijk op zichzelf wonen, maar als we het zorgcentrum betreden en daarna haar appartementje binnengaan, snappen we waarom ze zich hier volledig op haar gemak voelt. Het uitzicht over de Dordtse Biesbosch met daarvoor de prachtige jachthaven en de bonte verzameling plezierjachten is net zo oogstrelend als onze straat van afgelopen ochtend. Tante heeft het goed. Ze noemt het hier haar resort. Als ze er behoefte aan heeft gaat ze ook gewoon de “kroeg” in bij de patio van het gebouw. Of een patatje halen bij het restaurant, als ze geen zin heeft om te koken. Het komt doordat het een katholiek huis is, vertelt ze. Die Bourgondische inslag maakt het gewoon gezelliger. Mijn vrouw snapt dit, volgens haar is het raadzaam om ons alvast in te schrijven! Na een bakkie koffie met gekookte melk en een speculaasje of twee, komen de verhalen. Tante is een vrouw van de wereld en er is geen onderwerp dat gemeden wordt of waar ze geen mening over heeft. Haar wijsheid en zelfkennis worden omgezet in rustgevende adviezen en we voelen ons ontzettend op ons gemak. Intussen valt een groen soort steen op, die op het bijtafeltje staat. Gezien de passie van mijn tante kan dit zomaar eens een flinke smaragd zijn die ze, op één van haar mineralen en edelstenen zoektochten met mijn oom, heeft verzameld. “vind je hem mooi?” vraagt tante aan mijn vrouw. “ja prachtig, het doet me denken aan het ruige Antarctica.” “Je mag hem hebben hoor, het is gewoon een stuk glas.” Inmiddels staat het bij ons op de kast. Stoer, sprankelend en breekbaar. Net als tante!

Wouter Kramer                                                                                                        Column 74, 28-4-2016