In een beschrijving over mijn geboortedag staat dat ik moet dansen om gelukkig te zijn. Ik kan u vertellen, dit klopt! Nu ben ik een gewone Hollandse polder jongen, maar ik meet mezelf toch enig gevoel voor ritme aan en als ik op de dansvloer sta en mijn ogen dichtdoe verbeeld ik me dat mijn roots toch ergens in warme oorden moeten liggen, waar lichaam en geest als vanzelf de golvende klanken van zwoele muziek volgen.
Soms duurt het te lang eerdat ik dit heerlijke zelf toegekende talent ten toon kan spreiden en doe ik een verwoede danspoging bij ons thuis in de woonkamer aan het einde van een weekenddag. Zeker wanneer er wat drank in de man is. Heel stoer kijk ik dan af en toe in de spiegel om een bevestiging te krijgen van mijn eigen gelijk. “Ziet er goed uit ouwe”. Mijn vrouw weet dit en laat me gelukkig in mijn waan. “heb je nog even lekker bewogen jongen”, vraagt ze dan lachend als ik ons bed in kruip. De afgelopen tijd hebben we, eindelijk, ook samen weer de voetjes van de vloer gehad tijdens enkele feesten. Eerst bij vrienden van ons, die samen honderd zijn geworden, in een kroeg. Dit was ons zeer goed bevallen en smaakte duidelijk naar meer. Aangezien het podium in de kroeg ons iets te klein naar de zin was, heeft mijn vrouw kaartjes geregeld voor 40-up in Bibelot. Wij hebben nu eenmaal wat ruimte nodig om onze diverse dansuitingen ongehinderd en in vrijheid uit te kunnen oefenen. Van heel intiem, dicht bij elkaar, tot heerlijk zwieren en zwaaien. Vol goede zin zijn we om een uur of elf ’s avonds richting het energiehuis vertrokken waarbij mijn vrouw met enige zorg zich afvroeg of we niet te vroeg aan zouden komen. “nou, dan hebben we tenminste de ruimte, kunnen we even heerlijk de hele vloer gebruiken om te swingen!” was mijn antwoord. Wat schetst onze verbazing bij aankomst? De hele tent is al bomvol, allemaal krasse knarren en tanige tantes. Waarvan de meeste toch echt wel op de dansvloer, op allerlei manieren, aan het bewegen zijn. Allerlei hits uit de jaren 70 en 80 komen voorbij en het is gewoon onmogelijk om stil te blijven staan of om niet mee te zingen. En dat geldt dus voor zeker 75% van het publiek. Midden op de dansvloer komt de positieve energie als een deken over ons heen maar is direct ook verstikkend. Terwijl we proberen om onze moves te maken komen we regelmatig in kontact met onze zielsverwanten. Ietwat doorzweten en benauwd zoeken we het hoger op en creëren we in een hoek op het hoogste platform een danspodiumpje voor ons zelf. Nu gaat ie goed, we komen helemaal los en zingen, als nachtegalen, de longen uit ons lijf. Gelukkig wordt alles overstemd door de muziek en de overige aanwezigen want tekstvast ben ik niet en eigenlijk weet ik meestal niet eens wat ik zing, als je dan iets achter de maat aanloopt zit je vaak net safe! Zolang de muziek niet stil valt is er niets aan de hand.
We hebben weer even bijgetankt en dat was hard nodig. Dansen brengt ons weer dichter bij elkaar en daar waar we ooit begonnen zijn. Ik zeg tegen mijn vrouw op de weg terug naar huis: “weet je waar ik nu aan moet denken? Hoe mijn ouders naar elkaar keken als ze dansten of vroeger op het ijs zwierden, de verliefdheid en het geluk spatte er dan van af, prachtig vond ik dat”. Wij hebben deze avond ook alleen maar oog voor elkaar gehad en ik weet zeker dat ook dit te zien geweest is!
Wouter Kramer column 29, 23-04-2015