Tagarchief: column 28

De stad uit

drechtsteden

“Drechtsteden”, de term klinkt natuurlijk mooi. Toch is er voor mij maar één Drechtstad en dat is Dordrecht. Ik heb echt helemaal niets met Papendrecht of Zwijndrecht. Is dat een geval van chauvinisme of zijn deze steden gewoon enorm saai.

Om dit goed te beoordelen moet ik dat eigenlijk aan echte Papendrechters of Zwijndrechtenaren vragen maar die ken ik helemaal niet goed. Sporadisch kom ik in deze steden waaronder een half jaarlijks bezoek aan mijn tandarts in Zwijndrecht. Uiteraard kan ik de weg naar deze orthopraktijk inmiddels blindelings vinden maar o wee als de weg een keer opgebroken of afgesloten is. Zwijndrecht wordt dan een hel op aarde voor mij. Mijn gevoel voor richting is berucht in de familie en verdwalen in woonwijken is voor mij een tweede natuur. In de natuur overigens verdwaal ik echter zelden en loop ik als van zelf schijnbaar rondjes en vind ik altijd weer de weg terug naar mijn uitgangspunt. Tijdens mijn zoektochten door Zwijndrecht ben ik uiteindelijk ook wel weer bij mijn uitgangspunt geëindigd, of te wel thuis! Geheel gefrustreerd en boos en zonder het beoogde doel te hebben bereikt. Menigmaal heb ik een nieuwe afspraak moeten maken bij de tandarts of een willekeurige andere afspraak in Dooldrecht. Ik snap de geografie van deze stad ook helemaal niet. Deze kleine gemeente wordt in mijn beleving dwars doormiddel gesneden door de brede A16 maar ik weet nooit aan welke zijde ik me bevind. Het is net of mijn oriëntatie door aardstralen en magnetische velden geheel in de war gestuurd wordt. Tijdens een vlaag van verstandsverbijstering ben ik op een mooie zomerdag nog eens op de fiets naar de tandarts gegaan met mijn dochter, leuk dacht ik, stukkie fietsen met die meid. Waarschijnlijk heeft ze dezelfde genen als haar oude vaar, want we zijn samen uiteindelijk geheel gedesoriënteerd in Hendrik Ido Ambacht beland en in het donker weer thuis gekomen. Dat het toch ook anders kan heb ik laatst beleefd toen ik met twee maten, op onze racefietsjes via de andere kant Zwijndrecht benaderden. We kwamen uit de Heinenoordtunnel, wat overigens nog een leuk klimmetje is, om onze route langs het water van de Oude Maas te vervolgen. Dan blijf je dus volstrekt aan de buitenkant van Zwijndrecht en kun je absoluut niet verdwalen. Wat een verademing om met een bloedgang deze stedelijke nachtmerrie in razend tempo achter me te laten. Ik had thuis voor het eerst een goed gevoel bij Zwijndrecht.

Afgelopen weekend was ik bij mijn zus en zwager in Papendrecht. Ze zijn een flatje aan het opknappen om binnenkort te verhuizen. Papendrecht is geen Zwijndrecht en tot mijn grote vreugde wist ik het adres in één keer te vinden. Mijn bloedeigen zus vertrekt de stad uit. Ze ruilt heilige grond in voor Papendrecht of all places. Maar er is hoop. We staan op het balkon en mijn zwager zegt: “moet je kijken Wouter, vanuit hier zie je Villa Augustus en de wieken van de Kyck over den Dyck draaien. En als je goed kijkt kun je de Grote kerk ook nog zien”. Met geen woord wordt gerept over wat er allemaal van Papendrecht te zien is en dat begrijp ik wel. Nu reeds bespeur ik weemoed en heimwee naar de enige echte Drechtstad. Moeten ze nog beginnen. Ik hoop dat ze gelukkig worden uiteraard, zullen ze wel veel in Dordt te vinden zijn. Wedden!

Wouter Kramer                                                                                                       column 28, 16-04-2015