Tagarchief: column 27

Eeuwige jachtvelden

image

Zojuist ben ik op de hoogte gebracht dat er wederom een oom van me is overleden. Dat gaat hard zeg! Afgelopen week is een andere oom van me overleden en nu is zijn grote broer hem gevolgd in het hemelen.

Ik weet dat deze broers van mijn vader er een verschillende levensstijl op na gehouden hebben dus het is maar de vraag of ze in dezelfde hemel terecht komen. Wellicht wordt de één in de vijfde hemel en de ander in de zesde toegelaten. Want de zevende hemel zit er voor deze hard werkende ondernemers niet in lijkt mij. Voor geen enkele ondernemer is dat weggelegd in mijn beleving want van liefdadigheid en eerlijke handel is geen enkel zakenman rijk geworden en deze ooms genoten toch wel een behoorlijk aanzien in de familie wat betreft hun opgebouwd vermogen. Gepokt en gemazeld door de ongeschreven wetten van een groot gezin, waar overleven en haantjes gedrag een overlevingstactiek was, hebben zij hun sporen verdiend. Ik kan in ieder geval terug kijken op twee fijne ooms die op verschillende manieren mijn pad meerdere malen gekruist hebben en daar waar mogelijk, op diverse vlakken, iets voor mij betekend hebben.

Toch hoop ik dat ze elkaar op de eeuwige jachtvelden tegen gaan komen want de gezamenlijke passie van de twee broers was jagen. De één in een echt jagerstenue zoals je uit de boeken van Rien Poortvliet kent en de ander wat nonchalant met een Amerikaanse cap op zijn knar. Dat kenmerkt ook wel het verschil van deze mannen, de oudste van de twee heeft het leven allemaal niet zo serieus genomen en volledig op een brutale en charismatische wijze zijn zakelijke instincten gevolgd. Alles doorspekt met een goed gevoel voor humor en bonte levensstijl. De verhalen die daarover in de familie, en van voormalige werknemers, de ronde doen zal ik jullie besparen. Zijn jongere broertje ken ik als een hard werkende man in een keurig keurslijf met een goed gevoel voor afspraak is afspraak. Ik denk dat ze elkaar ook goed aanvulden. Waar de één niet meer mocht komen stapte de ander binnen en waar deze geen gehoor vond lulde de eerste zich zo weer naar binnen.

Het jagen was voor mij, in mijn jeugd, not done. Ik liep samen met mijn neven wekelijks door onze mooie polders om van al de vrij levende dieren te genieten. Als we dan vallen en fuiken onschadelijk konden maken en jagers konden tegenwerken lieten we ons niet onbetuigd. Onze ouders stonden daar heel anders in en menigmaal werden mijn ooms hartelijk ontvangen met nog warme jagersbuit. Uit protest heb ik me destijds nooit gewaagd aan eendenborst, fazantenbout of hazenpeper. Mijn neef en ik hebben eens een prachtige, net overleden, ransuil bij mijn tante afgeleverd om door mijn oom op te laten zetten. “nou, ik gooi hem wel in de vriezer en vraag het wel aan je oom” Toen we weken later nog eens aan mijn tante vroegen hoe het er met de uil voor stond zag ik haar bedenkelijk kijken terwijl ze zei; “oooh, dus dat was die vreemd smakende fazant waarschijnlijk” mijn oom was nogal kippig en heeft bij het plukken het verschil totaal over het hoofd gezien! God behoede overigens dat ze nu nog gaan jagen daarboven. Er is dan geen engel meer veilig. De ene ziet deze gevleugelde heiligen voor duiven aan en de ander schiet op alles wat beweegt!

Wouter Kramer
02-04-2015