Tagarchief: boek

Boek

havik

Ik heb gisteren mijn boek uitgelezen. Op zich is dat natuurlijk niet iets vreemds. Echter heb ik er alweer spijt van dat ik het, voor mijn doen, zo snel heb uitgelezen. Ik had het namelijk ook even weg kunnen leggen, zoals ik met meerdere van mijn boeken doe. Zonder enige schaamte kan ik mededelen dat ik momenteel met drie boeken bezig ben. Correctie met vier. Correctie, als ik het boek in ons huis in Frankrijk meetel, vijf. Inmiddels ligt er ook alweer een nieuw boek klaar dat enorm aan te trekt. Grote kans dat ik daar nu aan begin, voordat ik een ander boek uitlees.
Dit laatste boek hield me, met grote felgele geschubde klauwen stevig in haar greep. Ik heb dat niet vaak, nu kon ik het gewoonweg niet lang dicht laten liggen. Ten eerste trok de kaft me enorm. Een jonge Havik kijkt me zo doordringend aan alsof deze wil zeggen, “luister, ik weet dat je me ziet want ik volg je overal!” Ten tweede gaat het verhaal over de valkerij, geschiedenis en rouwverwerking. Deze ingrediënten triggeren mijn nieuwsgierigheid en beroeren mijn ziel. Daarbij lopen de drie boeiende verhalen naadloos in elkaar over, alsof ik weer in een aantal boeken tegelijk bezig ben.

Geloof me, ik heb het echt geprobeerd. Ik heb het boek omgedraaid weg gelegd, getracht geconcentreerd televisie te kijken, sudokootjes op te lossen in de krant, maar niets hielp. Continu hoorde ik het boek naar me fluisteren: “Pak me dan, als je me loslaat vlieg ik weg, volgend hoofdstuk vertel ik je waar dit vandaan komt en als je doorleest begrijp je wat ik bedoel.” Dat alles maakte mijn verlangen om te lezen onweerstaanbaar. Het voelde alsof ik een junk was. Ik moest het boek wel pakken om mijn drang te bevredigen. Nu de laatste pagina is dichtgeslagen, ben ik nog high en voel ik me rijk en wijs. Wat gaat komen is het gemis, dat weet ik zeker, ik voel het al opkomen. Daarom heb ik het snel uitlezen ook steeds geprobeerd uit te stellen. Het komt niet veel voor dat je iets in handen krijgt dat je zo enorm veel voldoening geeft. Dat wil je niet loslaten, maar het einde komt toch altijd weer in zicht. En nu dus veel sneller dan ik uiteindelijk wilde. Het moet zo zijn, het is een onderdeel van het leven. Gelukkig gaat er altijd weer een deur open als er achter je één dicht gaat.

Ik ben benieuwd of het volgende boek ook weer dat gevoel bij me oproept, of dat ik terugval in mijn oude patroon. Waarschijnlijk dat laatste, omdat ik nu misschien weet waar dat gedrag vandaan komt. Bang voor verslaving? Ondanks dat ik weet, dat angst is een slechte raadgever is, hoort het schijnbaar bij mij. Zo leer je jezelf steeds beter kennen. Het is een proces. Wanneer er een oordeel over me geveld wordt, of mijn karaktertrekjes fijntjes benadrukt worden, ben ik het daar niet altijd zomaar mee eens. Dan rijst de vraag of ik mezelf beter ken dan mijn beoordelaars. Het zal nog wat gesprekken, boeken, films en overpeinzingen nodig hebben om mezelf helemaal te leren kennen en mijn angsten te overwinnen.

Mocht je nieuwsgierig zijn naar dit boek en niet bang zijn om het in één keer uit te lezen. Oftewel, omgaan met die angst, dan kan ik het van harte aanbevelen. Onthoud dan dat de H van High, ook die van Havik is.

Wouter Kramer                                                                                                        column 57, 10-12-2015

Indian Summer

indian summer

De herfst heeft zijn intrede gedaan en voor het eerst heb ik afgelopen weekend aan handschoenen gedacht. Op de fiets deed mijn linkerduim zeer toen het dunne windje er langs aaide. Buiten de dalende buitentemperatuur heeft dat ook te maken met de helende snijwond die daar zit. Dit beschadigde lichaamdeel heb ik overgehouden aan het snijden van een verse ananas. Een behoorlijk verraderlijke vrucht, al zeg ik het zelf. De buitenkant van deze tropische vrucht is robuust en redelijk hard, maar met een stevig, goedgeslepen keukenmes kun je, met enige moeite, door de bast heen drukken. Daarna echter dring je door tot het geniepig zachte gele vruchtvlees van deze schaap in wolfskleren. Als door warme boter schiet het scherpe staal zich richting de hand welke de ploert op zijn plaats probeert te houden. “Shit! Wond, diepe wond! Godgloeiende, in de hel na sissende, kolere ding.” De onlangs genoten BHV herhalingsdag van mijn vrouw komt goed van pas en even later zit ik met een wit gezichtje mijn verbonden duim omhoog te houden. Terwijl ik zielig een beetje aan het bijkomen ben van de schrik, maakt mijn vrouw, met gevaar voor eigen leven, de klus vakkundig af.

Nu sneed dus alleen de wind nog in mijn duim. Het weer oogde vanachter de dubbele beglazing een stuk aangenamer dan het daadwerkelijk was en ik ben er een beetje door overvallen. Je kent dat wel. Ineens is het daar. Het kantelpunt van een aantal zaken. Wel of geen sjaal, wel of geen plu mee voor de zekerheid, wel of geen handschoenen aan. Maar eerlijk gezegd is het heerlijk nu. De herfst op zijn fijnst. Het is, bij aanvang, een fantastisch seizoen. Elke mooie nazomerdag voelt als een cadeautje om genadig afscheid te nemen van het hoogseizoen en ons zachtjes te doen wennen aan beschermende kledij, wanneer je niet meer voldoende door de zon opgewarmd wordt. De verandering beleef je gewoon. Het voelt anders, ruikt anders en oogt anders. De omlaag gedwarrelde bladeren bezitten soms onmogelijke kleuren. De esdoorn bij ons achter heeft zijn frisgroene lover omgetoverd tot diverse knalrode schilderijtjes met gele en purperen nerven. Alles vergaat langzaam en de vertering wordt zichtbaar in de verschillende soorten paddenstoelen bij ons in het park. De enigszins muffe geur van vergankelijkheid geeft dat kenmerkende eerste gevoel van melancholie dit najaar. Het maakt de geest klaar voor omschakeling. Ondanks dat het tegenwoordig niet meer nodig is, kijk ik instinctief naar noten, fruit en hout om een voorraad aan te leggen. Ook is het eerste sixpack bockbier ingeslagen en de onmiskenbare kruidnagel- en gebrande moutgeur van dit seizoenbier dringt zich, na een jaar, een weg in mijn geheugen naar boven. Als het zojuist geïnstalleerde houtkacheltje voor de eerste keer brandt en het knetterende hout langzaam maar zeker de kamer verwarmt en de sfeer bepaalt, loopt het water me in de mond. Ik haal een mooie glazen bokaal achter uit de buffetkast. Spoel deze, na de zomerstop, even fris om onder de koude kraan. Onder het onmiskenbare sissende geluid van de ontsnappende geest uit de fles, wordt de kroonkurk gelicht. Terwijl er in de keuken een kruidig notenbrood langzaam maar zeker gaar wordt in de oven, de schuimkraag van het bockje wat inzakt en een pagina van mijn nieuwe boek “Holland, natuur in de delta” mij een plaatje voorschotelt van een Indian Summer in de polder, voel ik me een gezegend mens. Het pijnlijke voorval met de on-Hollandse vrucht is alweer helemaal verdrongen.

Wouter Kramer                                                                                                       column 50, 15-10-2015