Tagarchief: Angelique Wouters

WE SLAAN EEN JAARTJE OVER

verjaardag-dikke-dames

De vrouw is jarig. Uiteraard ga ik hier niet vertellen welke leeftijd ze vandaag bereikt heeft. Dat zeg je niet over een dame. Wel zou ik je kunnen vertellen, hoe jong ze zich graag voelt en dat haar, volgens eigen zeggen, volgend jaar een surpriseparty te wachten staat.

Het blijft een apart fenomeen, je leeftijd. Lang geleden wilde ik graag zestien worden om brommer te mogen rijden en vervolgens achttien voor de motor. Nu zie ik er helemaal niet naar uit om mijn seniorenpas op te halen en probeer ik krampachtig in mijn midlifecrisis te blijven hangen. Want als ik daar eenmaal doorheen ben, dan vrees ik te gaan verlangen naar een voetenbankje met sloffen en een dekentje over mijn benen. Hmmm, goed boek erbij met een glaasje cognac op de leuning van m’n luie stoel, haardje aan en de kat op schoot. Het klinkt ineens aantrekkelijker dan gedacht. Ik begeef me nu op glad ijs, ben ik bang. Nog maar even niet aan toegeven is het devies. Het feit dat mijn vrouw ook vele jaren jonger is dan ik en er nog twee van onze vijf kinderen thuis wonen, houdt me ook jong natuurlijk. Soms wordt het een gekunsteld stukje toneel en verlang ik naar rust. Maar goed, het gaat alweer over mij en zo is dit verhaal niet begonnen. Dit jaar vieren we de verjaardag alleen met de kinderen en hun aanhang. Jarige Jet heeft een hoop aan haar hoofd en wil graag rust en ruimte. Dit ligt dus niet aan de leeftijd, moge dat duidelijk zijn. Als een ware soepkoningin zal ze de selecte groep gasten, op deze memorabele herfstdag, trakteren op verse pompoensoep. Deze speciale culinaire gave wordt inmiddels zo gewaardeerd, dat onze oudste zoon al gevraagd heeft of er voor hem wat bewaard kan worden omdat hij, in verband met zijn avonddienst, niet bij het nuttigen van de delicatesse aanwezig kan zijn. Als ik dadelijk thuiskom, ga ik aan de slag met het dekken van de lange tafel en het entertainen van de gasten. Dat vind ik leuk, een beetje in het middelpunt van de belangstelling staan en bezig zijn, dan voel ik me fit en jong. Als het hele gebeuren achter de rug is en er wat drank in de man zit, zak ik tegenwoordig nogal eens als een plumpuddinkje in elkaar en merkt mijn vrouw laconiek op dat ik me weer eens uitgesloofd heb. “Alleen maar voor jou, liefste, alleen maar voor jou!”, pruttel ik dan waarschijnlijk nog even voordat ik in slaap sukkel.

Maar zover is het nog niet. Er dient eerst nog een cadeautje overhandigd te worden. Voor het eerst heb ik me hierover laten voorlichten. Voorgaande jaren ben ik voor diverse cadeaugelegenheden, en die waren er genoeg volgens de vrouw, op mijn intuïtie afgegaan. Niet dat ik altijd de plank mis sla, maar de ervaring leert dat, ondanks lieve complimentjes, sommige cadeaus niet gedragen, genoten of gebruikt worden. Ditmaal ben ik subtiel geattendeerd op een presentje. Hierbij is het verrassingselement niet vergeten en ben ik in de gelegenheid gesteld om te kiezen uit twee opties. Quasi nonchalant heb ik erbij gestaan toen de jarige in spé, in mijn beleving, duidelijk een voorkeur richting mijn brein trachtte te duwen. Enigszins opgelucht over deze manier van sturing, ben ik deze week het kleinood op gaan halen. De gezellige verkoopster prijst mijn inzicht in de wensen van mijn vrouw. Nu kan ik je verzekeren, dat het toch mogelijk is dat ik een verkeerde keus gemaakt heb. Volgend jaar, tijdens de surpriseparty, hoop ik te kunnen wijzen op mijn verstand van vrouwen.

Wouter Kramer                                                                      Column 93, 27 oktober 2016

Compensatie

vriendenclubpetra war1

Ik heb de laatste jaren mijn sociale leven wat bijgesteld. Met liefde overigens, maar toch. Het nieuwe gezinsleven houdt me meer thuis dan enkele jaren hiervoor en de energie die er in gaat zitten kan ik maar één keer gebruiken. Zeker op mijn leeftijd. De geest en het lichaam gooien regelmatig een anker uit!

Heel eerlijk gezegd krijg ik door het delen van de columns weer wat in het slop geraakte kontakten terug en daarmee ook de nodige erkenning. Gisteren nog hoorde ik in een praatprogramma op TV dat dit helemaal niet verkeerd is en net zo hoort bij de menselijke behoefte als bijvoorbeeld eten en drinken. Dat stelt me dan wel weer gerust en zo kan ik deze vorm van licht narcisme wel hanteren. Buiten deze externe erkenning kan ik heel goed alleen zijn en soms kan ik mezelf helemaal verliezen in eindeloze solitaire wandelingen of werkzaamheden waarbij ik de discussie met mezelf niet schuw. Bijkomend voordeel daarbij is dat het nooit vervelend wordt of dat ik stil val omdat ik het even niet meer weet. Ik kan trouwens ook alles tegen mezelf zeggen. Dat is anderen echt niet altijd gepermitteerd. Dat hanteer ik niet automatisch. Sterker nog, het is eigenlijk alleen aan mezelf voorbehouden! Ik kan dan echt schelden en mokken en feedback hanteren die er niet om liegt. Wat daaraan soms een beetje gênant is, maar ook gelijk wel erg grappig, dat ik in mijzelf praten niet alleen in mijn hoofd doe maar dat er dus daadwerkelijk een gesprek te volgen is door een toevallig aanwezige passant of toeschouwer. De verbazing op het gelaat van deze deelgenoot van mijn hersenspinsels is goud. Tenminste, als je er zelf om kan lachen en dat kan ik steeds beter. Het werkt in ieder geval altijd wel verhelderend. Ik bespreek met mezelf de zaken waar ik tegenaan loop en kom langzaam, maar zeker, tot oplossingen. Dat deze daarna niet door een ieder gedragen worden brengen me tot nieuwe wandelingen of werkzaamheden en dat maakt de cirkel rond.

Graag ben ik ook gewoon onder de mensen om mijn plaats in het geheel in te nemen. Daarin is nu eigenlijk alleen maar uitbreiding gekomen doordat mijn sociale kring is vergroot. De specifieke interactie is minder geworden maar de hoeveelheid verschillende mensen waar ik mee omga is uitgebreid. Het voelt echter soms als minder. Dit ligt in het feit dat ik me soms schuldig voel over het “in de steek laten” gevoel. Ik geef toe dat dit ook een excuus is om mezelf vrij te pleiten van actie om contact te zoeken. Ik kan gerust stellen dat ik, wanneer dit mij uitkomt, walgelijk lui ben. Als ik er op gewezen word, dat een uurtje per week wat oude banden onderhouden mogelijk is, heb ik feitelijk geen verweer.

De reacties welke ik nu regelmatig krijg op mijn gedeelde columns zijn eigenlijk een compensatie voor mijn gemis. Het is dus ook zo dat ik de stukjes schrijf om wat aandacht te vergaren. Ik schaam me daar zeker niet voor en nodig een ieder uit om vooral te blijven reageren. De balans tussen alleen zijn in mijn eigen gelijk en sociaal zijn en rekenschap nemen van andermans mening en gevoel hoort bij mij. Beide kanten hebben voor- en nadelen en houden me overeind. Het is nu aan mij om dit goed in evenwicht te houden. Pfff wat een tekst. Ik ga even een stukje wandelen.

Wouter Kramer                                                                                                       column 44, 03-09-2015

ZE MAG ER ZIJN

angelique

Ik kijk al eventjes naar haar. Als ze dit merkt vraagt ze: “wat?”. “Niks, ik zit gewoon te kijken” zeg ik. “doe normaal joh, wat valt er te zien dan? ” zegt ze lachend.

Dat is moeilijk uit te leggen, het is eigenlijk hetzelfde als dat ik even aan haar haar wil ruiken of de zachtheid van haar huid wil voelen. Nu ik er over nadenk is het eigenlijk vreemd dat een gezicht zoveel verschillende facetten kan tonen. Het gezicht van mijn vrouw verandert, in mijn beleving, zelfs gedurende de tijd dat ik haar aankijk. Maar wat ik vooral zo leuk vind is dat haar glimlach haar ogen zo’n ongelofelijke zachte uitstraling kunnen geven. Niets is zo ontwapenend als wanneer de blauwe kijkers in een amandelvormpje gegoten worden en zo haar mooie gezichtje in een vriendelijk smoeltje plooien. Je voelt niets anders dan warmte binnenstromen welke door je lijf langzaam opgenomen wordt en een gevoel van welbehagen bezorgt.

Nu is het niet zo dat dit gevoel per definitie altijd lang blijft hangen. Door lompheid van mijn kant of nukkigheid van die van haar, is er soms sprake van een zeepbel die uiteen spat terwijl je eigenlijk daar nog helemaal niet klaar voor bent. Je wilt nog zachtjes een beetje blijven zweven in deze betovering van azuurblauwe suikersnoepjes in gesmolten pure chocolade met amandelen, drijvend op een bedje van rode rozenblaadjes met mooie muziek van Paolo Nutini op de achtergrond. Samen een klein dansje on the side. Maar nee. kloenk! Je ligt gewoon weer op de harde koude vloer.

Als door een schorpioen gestoken kan mijn prinsesje ineens het gezicht in een andere plooi gooien. Dan gaan er ook allerlei vormen en kleuren opspelen maar komt er een heel ander soort warmte vrij. Ik bezit niet altijd het vermogen om dan zacht te blijven en groot te zijn. Vaak ga ik mee in het heetst van de strijd. Eigenlijk zijn we beiden wat opgewonden standjes die hun plek en grens zo nodig moeten opeisen. Dat komt natuurlijk ergens vandaan. Nu wil ik in dezen alleen voor mezelf spreken en ik denk dat ik altijd op m’n tenen heb moeten staan om gehoord te worden. In een familie die doordendert en menigeen het hardst om aandacht schreeuwt. Waar “wie niet volgt is af” als familiespreuk boven de deur hangt, kan ik nu één en ander wel verklaren. Ik ben er mee opgegroeid, ben er in geharnast en val daar nu mijn omgeving nog regelmatig mee lastig. Soms kan ik mezelf zien staan, door de ogen van mijn wijze vrouw, en moet ik lachen om dat tierende mokkende driftkikkertje. Het vermogen, van mijn lief, om mij aan zelfreflectie te laten doen, maar ook te wijzen op de mogelijkheden die ik bezit en het vertrouwen dat ik mag hebben in mijn kunnen, dat alles, maakt dat ik ontzettend veel van haar houd. Ik hoop dat ik het allemaal terug kan geven. Want weet je? Ze mag er zijn! En niet alleen omdat ze een mooie vrouw is.

Zo, nu weer even naar haar kijken, ze leest een boek en het brilletje staat op haar neusje, ze heeft nog niet door dat ik haar weer observeer. Met een beetje geluk kan ik haar haar zo nog even ruiken en streel hopelijk dadelijk haar rug nog even. Als ze dan ook nog even naar me glimlacht, ben ik weer simpelweg gelukkig.

Wouter Kramer,                                                                                                       column 22 19-02-2015