KAN IK NOG ALLEEN ZIJN?

foto-album-angelique-mobiel-138

Ik sta aan de vooravond van een week op mezelf zijn. Morgen vertrek ik naar Frankrijk om een klus te klaren, in ons huis aldaar. Het gevoel is dubbel, aan de ene kant heb ik veel zin om even door te knallen en de slaapkamer op zolder af te maken en aan de andere kant is alleen ook maar alleen.

Jaren geleden ben ik deze uitdaging al eens aangegaan en ik moet zeggen dat het een bijzondere ervaring was. Als weduwnaar, zonder mijn twee jongvolwassen kinderen, heb ik destijds voor het eerst de confrontatie met mezelf gezocht. Rondom het huis, met gekeuvel en hardop in mezelf gezwets, kwam ik een heel eind en bemerkte ik dat ik welleswaar alleen was, maar niet eenzaam. Deze veilige vertrouwde omgeving waren de eerste dagen zelf een verademing om te onthaasten, te reflecteren en het eigen gelijk te koesteren. Daarna ga je toch wat interactie missen en kom je tot de conclusie dat je geen kluizenaar bent. Met een biertje voor mijn neus, op een terrasje in het dorp, half de conversatie begrijpend welke naast me gevoerd werd, bemerk je dat alleen zijn, juist in gezelschap over kan gaan in eenzaamheid. Snel terug naar de veilige omgeving en beseffen dat het langzaam maar zeker tijd wordt om je open te stellen voor de liefde en het delen van geluk.

De liefde heb ik inmiddels gevonden en dat maakt het uitgangspunt nu dan ook heel anders. Ik weet wat ik gedeeld heb vorige maand in de Morvan met mijn vrouw en het is de vraag of ik dit niet enorm ga missen deze keer. Het accent ligt nu dan ook heel anders en alles valt of staat bij een goede dagplanning. Eerst dienen de levensbehoeften veilig gesteld te worden. Wanneer ik aankom is het huis steenkoud. Dus de kachel dient opgestookt en bijgehouden te worden. Dan het op orde maken van de huisraad en de slaapplaats. Boodschappen niet vergeten en absolute must have’s als koffie, peperkoek en cup-a-soup zeker stellen. Pakkie peuken mee om de rustmomenten in te bouwen want ik ken mezelf, als ik eenmaal bezig ben dan stop ik lastig. Dan het klusplan. Het is de bedoeling dat de zolderkamer afgemaakt wordt, maar ook de huiskamer is nog niet helemaal naar mijn zin. In mijn brein is dan ook al overwogen om dit beide te doen. Wat zal ik doen? Eerst beneden afmaken. Of boven opzetten van stucwerk, bammetje smeren, dan beneden voorstrijken, blok hout op het vuur, boven gladstrijken en vervolgens beneden witten, pilsje drinken, boven opruimen en schoonmaken, eten maken, blok hout op het vuur. De raderen draaien! Al met al wordt het een intensieve week. Wat ik hierin zeker ga missen is de waardering van mijn vorderingen en resultaten. Dat wordt dus een eigen schouderklop en hardop tegen mezelf zeggen, hoe mooi het allemaal wordt. Kan ik wel, steeds weer even de bevestiging, als ik naar mijn werk kijk!

Verder soulfood niet vergeten. De nieuwe muziek van Kings of Leon en Paul Simon gaan mee en verder ga ik lekker hard, mijn eigen Cd’s tot vervelens toe, door het huis laten galmen. ’s Avonds wat goede lectuur voor bij de haard en het oude lijf tot rust laten komen om de volgende dag weer opgeladen aan de slag te gaan. Ik heb er zin in en kijk ernaar uit. Het avontuur, zoals ik me dat zelf voorstel, is misschien nog wel wat me hierin het meest aantrekt. Ik ga het beleven! “Inpakken en wegwezen” zou mijn vader zaliger zeggen. Nog één nachtje slapen.

Wouter Kramer                                                                                                Column 95,  10-11-2016

VERSCHIL VAN MENTALITEIT

europese-unie2

Europa staat voor enorme uitdagingen. Eén daarvan is de instandhouding van één munteenheid. Omdat de vastgestelde waarde van de Euro niet overeenkomt met de economie en mentaliteit van de verschillende eurolanden, splijt dit het continent. Ik vind het onvoorstelbaar naïef, hoe hier in aanvang door knappe, financiële en bestuurlijke, koppen mee is omgegaan. Op één of andere manier lijkt het erop, dat men in de Verenigde Staten van Amerika dit beter voor elkaar heeft.

Het lijkt me stug, dat er in elke staat van Amerika dezelfde economische welstaat, mentaliteit of groei heerst. Toch wordt de Dollar overal zonder morren gehanteerd. Hoe krijgen ze het daar voor elkaar, dat deze munt overal eenzelfde waarde vertegenwoordigt. Of is dit misschien toch niet zo? Ook daar hebben ze, in het verleden, verschillende munteenheden gehad en zijn ze op een gegeven moment volledig overgegaan op het invoeren van de Dollar. Nu kan ik niet beoordelen of dit zonder slag of stoot gegaan is, maar er lijkt op dat gebied rust in de tent. Enige reuring heeft het loskoppelen aan de goudprijs, begin jaren zeventig, nog wel gehad. Destijds kon je westers geld waardevast inwisselen voor goud. Omdat dit massaal gedaan werd, dacht men in Amerika dat ze door de goudvoorraad heen zouden raken. De opvolging van deze actie is niet adequaat geweest en de financiële consequenties zijn tot op heden wereldwijd nog voelbaar. Mogelijk heeft de Euro hier ook nog veel last van. In Europa dient elk deelnemend land aan de Eurozone, zich te schikken naar de muntwaarde, die centraal wordt bepaald. Dit lijdt geheid tot het uiteenvallen van solidariteit en eenheid. Een zeer interessant gegeven is, dat een sociaaldemocraat uit Noordwest-Europa geen begrip op kan brengen voor de collega uit Zuid-Europa, die het volgens eigen traditie niet zo nauw neemt met de financiële afspraken. Terwijl eerstgenoemde in eigen land van draaikonterij beticht wordt, omdat er zoveel verschillende belangen dienen te worden overwogen. Streng voor de buren en mild voor de eigen familie. Het hemd is nu eenmaal nader dan de rok!

Er wordt inmiddels gesproken over de invoering van een noord- en een zuid Euro. Dit heb ik over de US-dollar nog niet gehoord. Zoals gezegd, verschilt de koopkracht in diverse Verenigde Staten ook. Een huis in Arizona heeft een ander prijskaartje dan in New York. Hetzelfde geldt voor de gemiddelde inkomens van mensen. Schijnbaar hebben ze er in de States iets op gevonden om de rust te bewaren. Amerikanen zijn natuurlijk ook een heel trots volk, die niet zomaar de Dollar laten vallen. Misschien worden wij ook nog trots op onze munteenheid de Euro. Tijd hierin is dus wel een factor. Jammer dat onze beleidsbepalers niet geleerd hebben van de ongelofelijke gevoelige consequenties van de financiële maatregelen uit het verleden. De mensen, die de Dollar losgekoppeld hebben van de goudprijs, leven nog. Dezen hebben de hele gang van zaken op de voet gevolgd en bezitten dus een schat aan informatie en ervaring. Daar was ik toch eerst even langs gegaan, als ik plannen had om de Euro in te voeren. Zo! Ik heb mijn ongenoegen over de vermeende naïviteit van onze beleidsbepalers even kunnen spuien. Binnenkort mogen we weer naar de stembus. Als we door lichtzinnigheid ooit weer geld moeten wisselen, wanneer we naar Zuid-Europa gaan, vind ik dat echt een gemiste kans. Wouter Kramer

WE SLAAN EEN JAARTJE OVER

verjaardag-dikke-dames

De vrouw is jarig. Uiteraard ga ik hier niet vertellen welke leeftijd ze vandaag bereikt heeft. Dat zeg je niet over een dame. Wel zou ik je kunnen vertellen, hoe jong ze zich graag voelt en dat haar, volgens eigen zeggen, volgend jaar een surpriseparty te wachten staat.

Het blijft een apart fenomeen, je leeftijd. Lang geleden wilde ik graag zestien worden om brommer te mogen rijden en vervolgens achttien voor de motor. Nu zie ik er helemaal niet naar uit om mijn seniorenpas op te halen en probeer ik krampachtig in mijn midlifecrisis te blijven hangen. Want als ik daar eenmaal doorheen ben, dan vrees ik te gaan verlangen naar een voetenbankje met sloffen en een dekentje over mijn benen. Hmmm, goed boek erbij met een glaasje cognac op de leuning van m’n luie stoel, haardje aan en de kat op schoot. Het klinkt ineens aantrekkelijker dan gedacht. Ik begeef me nu op glad ijs, ben ik bang. Nog maar even niet aan toegeven is het devies. Het feit dat mijn vrouw ook vele jaren jonger is dan ik en er nog twee van onze vijf kinderen thuis wonen, houdt me ook jong natuurlijk. Soms wordt het een gekunsteld stukje toneel en verlang ik naar rust. Maar goed, het gaat alweer over mij en zo is dit verhaal niet begonnen. Dit jaar vieren we de verjaardag alleen met de kinderen en hun aanhang. Jarige Jet heeft een hoop aan haar hoofd en wil graag rust en ruimte. Dit ligt dus niet aan de leeftijd, moge dat duidelijk zijn. Als een ware soepkoningin zal ze de selecte groep gasten, op deze memorabele herfstdag, trakteren op verse pompoensoep. Deze speciale culinaire gave wordt inmiddels zo gewaardeerd, dat onze oudste zoon al gevraagd heeft of er voor hem wat bewaard kan worden omdat hij, in verband met zijn avonddienst, niet bij het nuttigen van de delicatesse aanwezig kan zijn. Als ik dadelijk thuiskom, ga ik aan de slag met het dekken van de lange tafel en het entertainen van de gasten. Dat vind ik leuk, een beetje in het middelpunt van de belangstelling staan en bezig zijn, dan voel ik me fit en jong. Als het hele gebeuren achter de rug is en er wat drank in de man zit, zak ik tegenwoordig nogal eens als een plumpuddinkje in elkaar en merkt mijn vrouw laconiek op dat ik me weer eens uitgesloofd heb. “Alleen maar voor jou, liefste, alleen maar voor jou!”, pruttel ik dan waarschijnlijk nog even voordat ik in slaap sukkel.

Maar zover is het nog niet. Er dient eerst nog een cadeautje overhandigd te worden. Voor het eerst heb ik me hierover laten voorlichten. Voorgaande jaren ben ik voor diverse cadeaugelegenheden, en die waren er genoeg volgens de vrouw, op mijn intuïtie afgegaan. Niet dat ik altijd de plank mis sla, maar de ervaring leert dat, ondanks lieve complimentjes, sommige cadeaus niet gedragen, genoten of gebruikt worden. Ditmaal ben ik subtiel geattendeerd op een presentje. Hierbij is het verrassingselement niet vergeten en ben ik in de gelegenheid gesteld om te kiezen uit twee opties. Quasi nonchalant heb ik erbij gestaan toen de jarige in spé, in mijn beleving, duidelijk een voorkeur richting mijn brein trachtte te duwen. Enigszins opgelucht over deze manier van sturing, ben ik deze week het kleinood op gaan halen. De gezellige verkoopster prijst mijn inzicht in de wensen van mijn vrouw. Nu kan ik je verzekeren, dat het toch mogelijk is dat ik een verkeerde keus gemaakt heb. Volgend jaar, tijdens de surpriseparty, hoop ik te kunnen wijzen op mijn verstand van vrouwen.

Wouter Kramer                                                                      Column 93, 27 oktober 2016

DE WONDERLIJKE WERELD VAN DE TAAL

abc-dordt

Of is het, het taal? Mijn collega vraagt zich af of het “de CV” is, of “het CV”? Bijdehand meld ik dat beide kan. Alleen ligt het er dan aan waar CV voor staat. Het is “de” Centrale Verwarming maar “het” Curriculum Vitae. Waarom is me overigens onbekend. Misschien heeft het iets te maken met mannelijk of vrouwelijk? Geen idee! Maar goed dat er trucjes bestaan. Indien je het lidwoord “een” gebruikt wordt alles al gauw makkelijker, alleen wel wat algemener en indien je het zelfstandig naamwoord verkleint kan het lidwoord “het” sowieso altijd!

Verder is taal natuurlijk, voor de gewone sterveling, ook niet te volgen en ooit op gevoel bedacht. Dus is het niet vreemd dat de kaas in de verpakking “zit”, op tafel “staat”, om vervolgens in de koelkast te “liggen”. Is het willekeur, of zit er toch logica in de zinsopbouw? Ik weet nog van de lagere school dat we, naast allerlei benamingen voor woorden, ook verschillende termen hadden voor zinsdelen en tijdsvervoegingen. Ongetwijfeld zal de kenner nu al kunnen melden dat bovengenoemd, geen goede zin was of is! Tevens zijn er mensen die ik absoluut niet kan volgen. Het is de vraag of dit aan mij ligt of aan degene die iets vertelt. Sommige zaken, die niet voor mij bestemd zijn, hoef ik ook niet per se te begrijpen, ondanks dat ik wel degelijk versta wat er gezegd wordt. Pas wanneer men wilt dat ik iets begrijp, wordt het belangrijk dat zenden en ontvangen op elkaar worden afgestemd. Er zijn tegenwoordig tegeltjes met een tekst die zo krom is, dat het tot kunst verheven wordt. En terecht! Want ondanks of dat het grammaticaal nu klopt of niet, ik snap wat er bedoeld wordt. Knap dat je daar schijt aan kan hebben, omdat je geloof hebt in je eigen verhaal. Een drempeltje, dat ik heb moeten nemen om te gaan schrijven, is mijn beperkte kennis van de Nederlandse taal. Allerlei regeltjes zijn er bedacht om toch maar enigszins logica in taal aan te brengen. Maar het blijft natuurlijk frustrerend tegenover de exacte wetenschap. 1 + 1 blijft nu eenmaal altijd 2. Taal evolueert, ik heb een boek van voor de oorlog, daarin worden sommige woorden anders gespeld dan nu en als je de teksten op de mooie oude geveltjes van de Dordtse binnenstad bekijkt, moet je soms ook goed je best doen om te lezen wat er staat. Gelukkig wordt mijn tekst ook geëdit. Ik ben een perfectionist, alhoewel? Ik ben eigenlijk gewoon gevoelig op fouten. Daar word ik niet graag op gewezen. Jeugdtraumaatje denk ik! Als men tegen mij zegt: “leuk verhaaltje, maar jammer van de taalfoutjes”, ben ik toch niet tevreden met het compliment. Gelukkig weerhoudt het me niet van schrijven, daar ben ik dan weer ijdel genoeg voor.

Wat ik nog niet onder de knie heb, is om een bepaalt dialect of taalgebruik goed te beschrijven. Als ik aan het woord ben in gezelschap, wil ik nogal eens overstappen op een leuk dialect om mijn verhaaltje smeuïger te maken, of de lachers op mijn hand te krijgen. Van Rotterdams naar Haags en van Brabants tot Vlaams. Het blijft lastig om dit op papier tot zijn recht te laten komen. Ik zie het maar als een mooie uitdaging! Verder ga ik gewoon over op het ABN van Dordrecht. Want voor mijn gevoel spreek ik prefect Nederlands. Mijn collega’s doen hier een beetje schamper over en vinden me zo af en toe haast niet te verstaan. Snappie dannah, assofk un dealek heb ofso. Bietjie raor hé!

Wouter Kramer                                                                                                   Column 92, 13-10-2016

VOORSTRAAT NOORD

voorstraat-noord1voorstraat-noordDordrecht heeft een cultureel hart. Dit hart ligt in de boezem van de stad op de Voorstraat Noord. Op één of andere manier is dit gedeelte al sinds jaar en dag verbonden met kleinkunst en muziek. Het was afgelopen week weer niet anders en we hebben ons kostelijk vermaakt.

Er gebeurt de laatste jaren veel op festival- en evenementengebied in Dordrecht, maar dit feestje is gewoon van ons Dordtenaren zelf. Medestadsgenoten wijzen je dan ook op wie, waar en wat er te bewonderen is. Langzaam schuifelend langs de diverse kraampjes met huisvlijt, blenden we van lieverlee in en gaat de bluesmuziek als vanzelf over in hoempapa en vervolgens in bigband klanken. Uiteindelijk komen we via de Riedijk op het Otto Dickeplein. Grappig, dat deze Dordtse selfmade kunstenaar, met nationale allure, nu automatisch als eindstation verbonden is aan ons culturele feestje. Op “zijn” pleintje hebben zich de moderne kleine zelfstandigen, met oude campertjes vol etens- en drinkwaar, geposteerd in een cirkel die doet vermoeden dat je in een rondreizend zigeunergezelschap terecht gekomen bent. Overal zie je deze rondreizende opportunisten tegenwoordig opduiken en het ziet er verdomd gezellig uit. We strijken neer op één van de bankjes aan een lange tafel en al snel schuiven een oom en tante van mijn vrouw aan. “Biertje?” “Lekker!” Na wat drankjes heen en weer, nemen we afscheid om vervolgens mijn neef en zijn vrouw te begroeten. “Biertje? “Lekker!” We hebben een leuk gesprek over literatuur en creativiteit. Voordat we er erg in hebben staan de volgende bekenden alweer voor onze neus. “Biertje? “Nou, wij gaan even lopen voordat het niet meer gaat!” Bedanken we netjes voor de eer. Eénmaal terug op de Voorstraat koop ik een paar echte suèdeschoenen met ouderwetse spekzolen voor tien euro. Voor mijn gevoel is de buit binnen en kunnen we langzaam op huis aan. Voldaan komen we langs een Tai Chi uitvoering en mijn vrouw raakt geïnspireerd. Ze kent de lerares en na enige aarzeling staat ze even later met haar zus, die hier ook bekend mee is, midden op straat prachtige vloeiende bewegingen te maken. Zwager en ik staan erbij en kijken ernaar. “Biertje? “Lekker!” Na de voorstelling bevind ik me ineens, met het illustere gezelschap, in het onderhuis van het eeuwenoude pandje. Wat een contrast met de mooi afgewerkte gevel. De oude staat en interieur van het huis ademt duidelijk een sfeer uit van “de geest is belangrijker dan het lijf”. Hier heb ik schijnbaar nog wat te leren want lang houd ik dit niet uit en even later bevind ik me, samen met het achtjarige kleinzoontje van mijn schoonzus, lekker buiten en breng ik hem de eerste beginselen van marktwerking bij. De kleine man lokt, onder mijn aanmoediging, voorbijgangers aan, om naar een mooi kleurenspel door de winkelruit te kijken en vraagt, niet geheel vrijblijvend, een kleine donatie. Uiteindelijk is de dagopbrengst een slordige twaalf euro en ben ik zijn grootste vriend voor deze dag. Misschien niet helemaal zen maar wel erg grappig. Inmiddels staat zwager bij de kroeg voor de deur en ontlok ik hem de vraag: “biertje?” “Lekker!” is mijn antwoord. De alcohol op dit volksfeest kickt langzaam maar zeker in. Wanneer we bij de bierdrinkwedstrijd staan te kijken en één van de helden de laatste slok van vier liter gerstenat net zo snel weer teruggeeft, word ik zowat onpasselijk. Als afsluiter doen we nog een lichtvoetig dansje op een Stingcover. Wanneer mijn vrouw vraagt: “Biertje?” bedank ik bijna voor de eer.

Wouter Kramer                                                                                                   Column 88, 15-09-2016

riedijk

 

EVEN EEN BOOMPJE PLANTEN

herdenkingsbos

We waren laatst in Rotterdam aan de Wilhelminakade. Het was er een gezellige boel. Dit stukje Rotterdam is behoorlijk opgeknapt, het contrast tussen historisch oud en modern nieuw geeft het geheel, inclusief de cruise terminal, een internationale allure.

We liepen rustig richting Hotel New York en we waren op deze zonnige dag niet de enigen. Tegenwoordig kun je via een loopbrug ook naar Katendrecht en alleen de namen van wat cafés herinneren nog aan het hoerenverleden van deze buurt. Verderop ligt ook nog “De Rotterdam”. Het oude, inmiddels geketende, Holland-Amerika schip. De oude havens en veemgebouwen ademen nog een echte havenstadsfeer uit en in één van de oude pakhuizen hebben zich diverse vrijgevochten ondernemers gevestigd, die hun koopwaar aanbieden. Oude meubelen en tweedehands spullen domineren het interieur. Het oogt een beetje als een brocante waar je op je gemak ook wat kunt nassen. In de bonte verzameling van culturen en kleuren verdringen de heerlijke geuren van vers gebrande koffie, diverse kazen, worsten en specerijen zich richting je neus en het water loopt je in de mond. Omdat het zulk lekker weer is begeven we ons, sneller dan ons beu is, weer naar buiten. Aan de kade zijn pallets opgestapeld als tafels en banken om iets van een terras te creëren. Ondanks het krakkemikkig uiterlijk is er geen plaats onbezet. Zodoende zitten wij even later noodgedwongen op het nette terras van Ketelbinkie aan een versnapering. Hierbij kijk ik naar mijn bier en vraag ik me af waarom dit geen Oranjeboom bier is. Het beeld van de brouwerij, die hier ook ergens in de buurt moet staan, kan ik zo uit mijn geheugen vissen. Onder het motto “even een boompje planten” had dit biermerk in de jaren 80 even een opleving. Maar nu weet ik niet of het überhaupt nog bestaat.

Het is gelijk een mooi bruggetje naar de boom die binnenkort geplant wordt in het Herdenkingsbos “de Vlinder” bij het natuurgebied De Elzen in de Dordtse Louise en-Canneman Polder. Dit bos is een aantal jaren geleden ontsproten uit de gedachte van mensen om dierbaren te eren die op een te jonge leeftijd zijn overleden. De nabestaanden willen in de natuur, door middel van iets tastbaars en levends, stil kunnen staan bij dat verlies. Mijn vrouw, haar zussen en broer gaan nu in november een Zwarte Els planten om hun vader te gedenken. Omdat hij lang geleden uitgestrooid is, creëren ze nu voor zichzelf een plaats waar ze naar toe kunnen gaan. Het proces naar deze herdenking heb ik langs de zijlijn mogen aanschouwen. Ik vind dat mooi! Het begint met een idee, dan volgt er overleg, vervolgens moeten er keuzes gemaakt worden en ben je met z’n allen eigenlijk al bezig met herdenken en verwerken. Voor je het weet is de deadline van aanmelding verstreken en moeten er knopen doorgehakt worden. Dat is soms een zegen om tot beslissingen te komen. Keuze voor een boom is al zo’n ding. De één vind een eik van toepassing en de ander een Esdoorn. Vervolgens moet er nog een tekstje komen op het gedenkplaatje, weer zo’n moment dat beter snel besloten kan worden. Nu is het geregeld en iedereen is happy. Op naar de dag om te gaan planten. Mijn vrouw kennende, zal de Els wel een plekje bij het meertje krijgen, met de voetjes in het water. “Daar hield Pa van, dat heb ik van hem geërfd.” De volgende meldt dat de Els gelukkig niet zo doorsnee is, net als Pa. De tekst op het plaatje is uit het hart gegrepen. Gevoelig als Pa, roemt de ander en zwager wil er wel een boompje op planten, gezellig op die ouwe! Toch maar even checken of het bier nog bestaat.

Wouter Kramer                                                                                                      Column 91, 06-10-2016

hotel-new-york

DE NOBELPRIJS VOOR DE VREDE

image

Gisteren is Shimon Peres overleden. 93 jaar geworden in een leven vol gevaar, stress en lange dagen. Hard werken is dus niet per definitie slecht voor je. Het is het omgaan met de lichamelijke en geestelijke belasting en balans houden in je gestel en je gemoed.

Voor mij is dit voorbehouden aan de ware levenskunstenaars. Eens in de zoveel jaar worden dit soort kanjers geboren en brengen zij de mensheid op een hoger plan. Duidelijk een visie en een beleid voor ogen hebben en dit zo vertalen naar de buitenwereld dat men je gelooft en volgt. Een ieder heeft hierin wel zijn eigen held, voorbeeld of inspiratiebron. Shimon Peres heeft aan de verschillende kanten van de geweldslijn gestaan en weet wat voor dilemma’s dat met zich meebrengt. Populisme heeft een kortstondig succes en getuigt niet van waar leiderschap. Een herder neemt niet alleen zijn sterke schapen mee de heide op, maar zorgt dat de gehele kudde veilig kan grazen en in zijn geheel weer thuiskomt. Toen Israël bedreigd werd in haar bestaan heeft Shimon gekozen om met hand en tand zijn land en landgenoten te verdedigen. Eenmaal in wat rustiger water heeft hij beseft dat, wanneer je ingeklemd bent door grote vijanden, je de dialoog dient te zoeken die vrede, of op zijn minst rust, kan brengen. Van een felle havik is hij getransformeerd naar een vredesduif. Dit heeft hem binnen eigen gelederen diverse malen de titel “landverrader” opgeleverd. Als je dan nog steeds je visie en beleid rustig en onderbouwd kan uitleggen, levert het je uiteindelijk terecht de Nobelprijs voor de Vrede op. Mooi is, dat hij dit heeft gedeeld met Yasser Arafat, de gezworen Palestijnse vijand van de Israëlieten. Alle credits heeft Shimon zijn mede prijs winnaar toebedeeld. Politiek slim of niet, hij kon het verkopen! Altijd met het oog op bescherming van zijn volk.

Nu heb ik gisteren ook zijn tegenpool gezien, Donald Trump. Voor mij is het pure armoede dat deze non-denker naar de onwaarschijnlijk belangrijke functie van President van de USA kan meedingen. Het gaat er bij mij niet in, dat er in de States geen persoon te vinden is, die enigszins kan tippen aan oude Shimon. Wellicht is de krasse geëngageerde socialist de dans wel bewust ontsprongen om niet geconfronteerd te worden met een oliedomme gesprekspartner. Ik zie het al voor me, een driftige oom Donald flapt er iets antisemitisch uit en Shimon stelt een diepzinnige gewetensvraag. Donald weet totaal niet waar het over gaat en denkt dat het een joods grapje betreft. Schaapachtig lacht Donald dat hij ’m snapt. Shimon zegt: “ Rustig maar jongen, rustig maar.” Donald antwoordt: “Ik ben rustig hoor.” “Weet ik” zegt Shimon “Ik heb het ook niet tegen jou!”

Ik hoop erop te kunnen vertrouwen dat er, in democratisch Amerika, voldoende verstandige beslissingen genomen worden voor de uitdagingen waar we in de wereld met z’n allen voorstaan. In Nederland heb ik het idee, dat er door de politieke partijen mensen op beslissingsniveau getoetst zijn op hun gezond verstand. Het is voor mij een geruststellende gedachte, dat leiderschap gepaard gaat met wijsheid. In mijn optiek moeten we dit ook zo waarborgen en er vertrouwen in hebben. Ik vind het referendum dan ook een gruwel. Je laat toch ook niet de tweede keus van je team de opstelling maken vlak voor de kampioenswedstrijd. Ik neem er een oude Simon van Rutte op. Proost! RIP.

Wouter Kramer                                                                                      Column 90, 29-09-2016

DE DUBBELE MORAAL VAN TROTS

relatieprobleemMen noemt mij een trots manneke. Dat klinkt wel aardig, al zeg ik het zelf. Maar is dit terecht? Want wat wordt er eigenlijk mee bedoeld? Is het zelfverzekerdheid, fierheid op mijn dierbaren of arrogant en zelfingenomen, waardoor onbenaderbaar.

Het fenomeen trots, wordt ook te pas en te onpas ingezet. We stimuleren bijvoorbeeld de zelfverzekerdheid van ons kroost. Indien ze aan onze verwachtingen voldoen en bepaalde prestaties leveren, gaan we daar nog eens extra van glimmen. Maar indien ze afwijken van de norm en eigenzinnig zijn, stellen we opportuun net zo makkelijk weer bij en zijn we zeer ingenomen met hun unieke karakter. Het kost ook geen enkele moeite, we pochen van nature gewoon heel graag over onze kinderen. Dat is ook wel nodig want, omdat ze zo op ons zelf lijken, zijn het soms net mensen en plakken we ze af en toe het liefst achter het behang. Mooi dat hun geluk en succes, in welke vorm dan ook, uiteindelijk op ons zelf afstraalt. Want ook wij hebben over het algemeen bevestiging nodig om gelukkig te zijn. Buiten dat, wie zichzelf niet kietelt, lacht te weinig.

Een enge kant, van het oerinstinct der veilige eigen stam, is dat het misbruikt wordt voor een misplaats groepsgevoel. De politieke partij “Trots op Nederland” sluit in mijn beleving juist sommige Nederlanders uit van deelname aan dit proces. Zodra je het namelijk breder trekt dan je eigen omgeving krijgt het een onwezenlijke lading. Oranje is inmiddels een geuzenkleur geworden en zelfs onze koning is een toffe peer. Wie weet wat hij allemaal privé uitvreet, maar omdat hij een aardige gozer lijkt, die een lekker wijf gescoord heeft, zijn we toch trots op “onze” Hollandse kinkel. Het pronken met andermans veren is heel erg makkelijk bij succes en mij zeker niet vreemd. Oprecht blij, identificeer ik me graag en met Nederlandse triomfen, als waren het mijn eigen verdiensten.

Eerlijk gezegd zou ik graag immer trots op mezelf zijn, omwille van wat ik neerzet. Ik pretendeer een sociale jongen te zijn, die begrijpt dat we alles dienen te delen op deze planeet, om het geluk per individu te waarborgen. Zover ben ik helaas niet en het is zeer de vraag of ik in de resterende tijd die ik heb, dit nog ga bereiken. Mijn geaardheid en beperktheid staan dat vooralsnog in de weg. Ik ben soms gewoon te trots om toe te geven dat het ook anders kan. Weloverwogen rust en wijsheid gun ik mezelf en daarmee steun voor een ander. Vreemd is, dat tussen besef en uitvoering zo’n groot verschil kan zitten. Daar ben ik allerminst fier op. Wanneer zet je jezelf opzij? De laatste tijd bijvoorbeeld, communiceren mijn vrouw en ik niet zo gemakkelijk meer. Raar is dat, naarmate we elkaar steeds beter leren kennen, de tegenstellingen groter lijken te worden. Daar waar we ooit onbevangen ons kwetsbaar hebben opgesteld, staan we nu regelmatig als kemphanen, of als twee doofstommen, tegenover elkaar. Het trotse manneke zit zichzelf nu behoorlijk in de weg. Het kost ongelofelijk veel moeite om ruimte te creëren, omdat het eigen gelijk de boventoon voert. Telkens als ik aan mezelf twijfel, verwacht ik dat mijn vrouw dit begrijpt en zelf ook doet. Tot die tijd is er geen opening voor een stap opzij. Ik weet echt niet waar ik goed aan doe. Trots recht ik mijn rug, om gevoelsmatig voor mezelf op te komen. Als ik daardoor alleen kom te staan, slaat het nergens op.

Wouter Kramer                                                                                                      Column 89, 22-09-2016

relatietherapie_groningen

KLOTE KNIE

image

Wat doet een blessure met je?

Het is inmiddels meer dan twee maanden geleden. Toch er zit nog niet veel schot in de genezing van mijn rechterknie. Daar is het overigens misgegaan, met een schot. Weliswaar goed geraakt en achteraf het winnende doelpunt, maar uiteindelijk ben ik de grote verliezer van dit vervloekte potje voetbal tijdens ons bedrijventoernooi. Waarschijnlijk is mijn meniscus beschadigd.

Zes jaar geleden ben ik met de leukste sport op aarde gestopt.Tijdens mijn, vooraf aangekondigde, afscheidswedstrijd brak ik notabene mijn kuitbeen, waarmee ik mijn beslissing overduidelijk kracht bijzette. Op de röntgenfoto, die van de week genomen is, was de oude breuk nog duidelijk zichtbaar. Ik meldde de orthopeed, dat ik destijds wel na vijf weken alweer aan het tennissen was. Nu heb ik de start van diverse competities al moeten laten schieten. Je kan beter wat breken. Ik word daar niet zo vrolijk van! Volgens de mensen in mijn directe omgeving is dat een understatement. Zij vinden, dat ik knorrig en verre van vrolijk ben. Dit lijkt mij enigszins overdreven, maar het is een feit dat ik sport nodig heb om te ontladen. Blijkbaar bouw ik spanning op gedurende de week, die er zacht en lief uitkomt tijdens een partijtje tennis. Inmiddels heb ik mijn heil gezocht in wandelen, zwemmen en fietsen. Dit is goed voor de conditie en om mijn pijnlijke been in beweging te houden. Echter ontlaadt het de spanning niet voldoende. Als hier niet snel verandering in komt eindig ik schijnbaar, in het gunstige geval, bij een haptonoom en anders bij een advocaat. Tevens lever ik een gevecht met mezelf. Ik ben gezegend met een gezond en makkelijk lijf. Nu vraag ik mij af of mijn lichaam mij voor het eerst in de steek laat? Of is het precies andersom, heb ik mijn lichaam in de steek gelaten? Sportief als ik ben, geef ik mezelf het voordeel van de twijfel. Soms smeek ik mijn knie gewoon om snel te genezen, terwijl ik het gekwetste gewricht zachtjes en liefdevol masseer. De meningen van de mensen om me heen lopen nogal uiteen. “Wat ben jij een lul zeg, om weer te gaan voetballen!” of “Dat geneest nooit meer helemaal naar het oude niveau, dat is de ouderdom, jongen.” Tot “Jij komt er wel weer bovenop, even een kijkoperatie en over een jaar spring je weer over een hek.” Maar ik word er zo moedeloos van. Hoe ga ik hier nu een positieve draai aan geven? Het ziet ernaar uit dat ik, sinds het verwijderen van mijn amandelen, wat overigens een bijzonder traumatische ervaring was, omdat ze me onder valse voorwendselen onder zeil gebracht hadden, geopereerd moet worden. We gaan het beleven. Van de week een MRI-scan en de week erop weer naar de orthopeed. Die MRI wordt een nieuwe ervaring en ik weet niet wat me precies te wachten staat. Dit, terwijl ik eens een gozer met claustrofobie heb wijsgemaakt, dat je in een soort dwangbuis, een enge benauwde tunnel door geperst wordt, waarbij je totaal niet mag bewegen. Vlak voordat het plaats vond, is hij in blinde paniek het ziekenhuis uitgerend. Geintje moet kunnen toch! Nu is het mijn beurt en ik ben eerder nieuwsgierig dan angstig. Ergens hoop ik, dat de orthopeed gaat vertellen dat met wat weekjes fietsen en fysio het euvel over moet zijn. Anders gaat het mes erin. Hier moet een oplossing voor komen, want ik ben net een snelkookpan die op het punt staat om te gaan fluiten. Vanavond daarom maar weer een flink stuk fietsen. Voor mezelf en uiteraard voor mijn directe omgeving.

image

Wouter Kramer                                                                                                      Column 87, 08-09-2016

SPANNING

 

3d human give a lecture behind a podium

Spreken is toch iets anders dan schrijven.

Het lijkt soms zo eenvoudig. Of ik bij een tuinfeest van een tennisvriend, die zijn verjaardag viert, drie columns wil voordragen.

Nou ken ik de tekst, dus hoe moeilijk kan het zijn, dacht ik bij mezelf. “Geen probleem jongen, leuk! Welke wil je dat ik voordraag?” antwoordde ik daarom vol zelfvertrouwen. “Wel, er komt een gemêleerd gezelschap en niet alleen Dordtenaren, dus: de Schapenkoppen, wil ik wel graag voorgedragen hebben. Verder moet je zelf maar kijken wat je leuk vindt. Oh, voordat ik het vergeet, er wordt ook piano gespeeld. Een jonge dame komt klassieke stukken spelen en het lijkt me een goed plan als jij daarna je zegje doet”.

Daar begint het al! Nu moet ik gaan kiezen. Wat vind ik leuk? En wat past er bijvoorbeeld bij een klassiek pianostuk? Uiteindelijk vind ik een stuk over tennis wel van toepassing, gezien onze vriendschapsband. Verder wil ik graag het verhaaltje over het pand van mijn voorvaderen uit de Grotekerksbuurt delen met het publiek. Later in de week spreek ik mijn maat en hij vraagt of ik er al uit ben en of ik me wel goed wil voorbereiden. Als tip geeft hij mee, dat ik het een paar keer hardop voor moet lezen! Hier had ik eerlijk gezegd nog niet bij stil gestaan. Er wordt kennelijk nogal wat van me verwacht. Of is er geen vertrouwen in mijn performance? Bijna ga ik aan mezelf twijfelen en voor de zekerheid print ik de geselecteerde verhaaltjes alvast uit. Volslagen belachelijk sta ik in onze tuin de, mij bekende, teksten tegen de kat en de hond met bijpassende armbewegingen ten gehore te brengen. Ik vind het goed zo! Ik zou er haast nerveus van worden. Om vier uur worden we de bewuste middag bij de tuinborrel verwacht. We fietsen naar het relatief nieuwe wijkje aan de Reeweg-zuid. Ik weet nog, dat mijn moeder daar een biologisch volkstuintje had, waar ze verontwaardigd plaats moest maken voor huizenbouw. “Wij jarenlang onze stinkende best doen om gifvrij te tuinieren om nu weggestuurd te worden, zodat rijke stinkers hier gifvrij kunnen wonen” wist ze me destijds boos te vertellen. Het kan haast niet anders, dat mijn vriend en zijn vrouw op het voormalige tuintje van mijn moeder wonen, want alles groet er welig en prachtig fruit komt je door de hele tuin sprankelend tegemoet. Ik overhandig de jarige mijn gesigneerde boekje als cadeau en neem een koele licht alcoholische versnapering op deze bloedhete zomermiddag. Als twee vreemde eendjes in de bijt bewegen we ons nog een beetje onwennig in de langzaam volstromende tuin. De gastheer doet zijn uiterste best om ons op ons gemak te stellen en dat lukt hem bijzonder aardig. Dan is het zover! Ietwat gespannen kondigt de jarige Job het programma aan bij zijn gasten. Elk heel uur, vanaf nu, wordt er piano gespeeld en een verhaal vertelt en of een ieder hier even aandacht aan wil schenken. Rond de piano zijn diverse stoelen opgesteld, ik neem plaats in de deuropening, zodat de toehoorders binnen en buiten me goed kunnen verstaan. De verwachtingen worden duidelijk opgeschroefd en nu het zover is, voel ik de blikken reeds op me gericht, terwijl de jonge dame nog moet beginnen. Als even later de kop eraf is, geeft mijn trotse vrouw me een klein advies voor verhaal twee. Vanaf dat moment ben ik beroemd in de tuin en heb hele leuke gesprekken met interessante mensen. Maar goed dat ik geen vier verhalen hoef voor te dragen, want door voldoende witte wijn neemt mijn spraakvermogen rap af. Het was een geweldige ervaring en mijn vriend en ik kunnen, eindelijk ontspannen, terugkijken op geslaagd feestje.

image

Wouter Kramer                                                                                                      Column 86, 01-09-2016