Dromen
Het wordt een beetje beangstigend, ik heb vannacht van een column gedroomd. De laatste tijd betrapte ik mezelf er op dat het niet zoveel meer over mijn geliefde stad Dordrecht ging en dat kwam voorbij in mijn droom.
Nu vind ik Dordrecht al mooi maar in mijn droom liep ik over een brug welke met een gietijzeren balustrade versierd was en opgesmukt werd met krullen, kwasten en punten. Een samenspel van een strakke overspanning, over één van de oude havens in de binnenstad, en Victoriaanse spielerei. De kleur van het hekwerk was herengrachten groen en de versiersels waren verguld. De brug kwam me bijzonder bekend voor en toch werd ik weer verrast door de schoonheid van dit kunstzinnige hoogstandje. Ongelofelijk dat ze er toen zoveel tijd in konden steken en wat een vakmanschap bezaten ambachtsmannen van Dordrecht toen nog. Ik zie nu ook smeden voor me die met hun gespierde armen zware mokers op het gloeiende staal laten beuken. Jonge knapen staan er bij om de kunst af te kijken en de vonken vliegen hen om de oren. Het is een levendig tafereel in een prachtig decor. Ik merk dat ik weer uitwijd, dat doe ik dus zelfs in mijn dromen. Het gaat vaak van de hak op de tak en dat komt terug in mijn schrijven. Op dit moment proberen de bestuurders en de opleiders weer wat terug te krijgen van deze vakmanschappen door daar weer opleidingen in te gaan verzorgen. Ik ben benieuwd of dat nog mogelijk is in de beperkte tijd welke jongeren daar in kunnen en willen steken, maar goed dat zal de toekomst uitwijzen. Dit bedoel ik dus, ik wijk weer af.
In mijn droom kijk ik vanaf de brug naar links en zie het pand dat op de hoek staat. Het is een statig stenen huis met Art Deco elementen en veel bewerkt hardsteen. Het hout dat verwerkt is in het pand golft en draait speels rond de strakke lijnen die de omtrek van het fraaie kleurrijke gebouw markeren. Alles altijd in balans met de omgeving. Het pand krijgt nu plots een verbinding met de overkant. Geen idee waar dat ineens vandaan komt, maar de linkerhoek valt nu een beetje in de schaduw en vanuit de haven groeien er wat tongvarens omhoog. De woning loopt in een boog over de haven naar de overkant en rechts speelt de zon in de glas-in-loodramen een prachtig kleurenspel. In het midden boven de haven, waar op dat moment ineens een sloep verschijnt, met een leuke jonge vrouw aan de riemen, die rustig richting de brug roeit, ontwaar ik een gevelsteen met een naam erop. Omdat het gedeeltelijk in de schaduw ligt en de tand des tijds met de natuursteen aan de slag gegaan is, kan ik de naam van dit zojuist aan mijn brein ontsproten gebouw niet ontwaren. Dit irriteert me enigszins en ik merk dat ik echt begin te turen om de naam te lezen. Zelfs zo erg dat ik er wakker van word. Dat is nu net niet de bedoeling. Je hebt wel eens van die dromen waar je nog niet uit wilt. Ik sluit mijn ogen en hoop terug te keren op de brug. Helaas lukt het niet meer om in de droom terug te keren en ik merk dat mijn geest al weer jumpy aan het worden is. Ik ben reeds met heel andere dingen bezig in mijn gedachten. Deze sluimertoestand houd ik dan ook niet lang vol. Ik zal het moeten doen met mijn geheugen. Verdomme, hoe heet dat pand toch? Dit blijft nog wel even steken. Het frustreerde, dus heb ik mijn vrouw wakker gemaakt en lastig gevallen met deze droom.
Wouter Kramer
19-03-2015