Klimmen

image

Ik ben laatst met mijn maten weer eens gaan wandelen. Wij zijn een wandelgroep. Wandelen is voor bikkels. Dus echte mannen wandelen.

Vier jaar geleden is het ontstaan. Toen hebben we een balletje opgegooid om, in de kracht van ons leven, een respectabele wandeltocht te ondernemen. Volgens ons zijn wij de enige mannen van middelbare leeftijd in Nederland waarvan de kracht van ons leven ongeveer van je vijfentwintigste tot je zestigste levensjaar duurt. Ik moet zeggen dat zulk gevoel enorm gesterkt wordt door het gezamenlijk drinken van een sappie en de aanwezigheid van vrouwelijk schoon. Maar goed, de plannen zijn gesmeed en de weg terug is er dan niet meer. Tot op de dag van vandaag heb ik nog regelmatig last van bravoure als er de volgende ochtend, met enig leedvermaak, op de spijker wordt getikt die in mijn hoofd zit. “Wakker worden Tarzan, er moet worden gewandeld”.

De wandeltocht waar we met z’n vieren uiteindelijk naar toe wilden werken werd de beklimming van de Kilimanjaro. Een mooie uitdaging in een prachtige omgeving. Ongeveer 28 jaar geleden heb ik deze enorme puist al eens boven het wolkendek uitzien steken in één van de prachtige wildparken in Kenia. Toen is schijnbaar niet goed bij me doorgedrongen dat dit de hoogste berg van Afrika is en ongeveer zesduizend meter het luchtruim in kruipt.

Dat wandelen dan klimmen wordt was volgens ons een verwaarloosbaar detail en bovendien trainbaar. Onze eerste gezamenlijke training hebben we dan ook gepland op de Utrechtse Heuvelrug. Daar rijst de Nederlandse bodem tot de respectabele hoogte van 67 meter boven NAP. Even googlen en, ja hoor, bij de Amerongse berg is een pannenkoekenhuis en een wandelroute. Goed voorbereid en toch enigszins gespannen of we deze eerste uitdaging wel aankonden, zonder elkaar dit te laten merken uiteraard, hebben we ons stoer gemeld bij de waardin van de uitbaterij. Een leuke blonde verschijning die ook nog eens allerlei survival tochten op deze aardkloot ondernomen heeft. De fantasie van de wandelgroep slaat een beetje op hol en de buikjes worden ingehouden. De conversatie bij de aanvang van de wandeling laat zich raden. Goed gemutst gaat de eerste training van start en het tempo is stevig, de kuiten worden beproefd bij het vals plat. Na enkele uren gaat, bij het naderen van het pannenkoekenhuis, het tempo nog even omhoog bij de gedachte aan spek en bier geserveerd door de blondine. Geslaagd! We gaan het halen die Kilimanjaro.

Uiteindelijk hebben we nog diverse hoogtestages gedaan in Nederland maar heeft het niet mogen baten. Bij het bereiken van vijfduizend meter hoogte is de eerste van ons in snikken uitgebarsten. Ik zelf ben op de top volledig de weg kwijt geraakt en heb daar de blonde waardin gezien met pullen vol met bier. Nummer drie is in de afdaling onbedaarlijk aan het vloeken geslagen omdat de weg niet netjes geplaveid was en onze vierde bikkel heeft aan het eind van de tocht, dagen niets meer gezegd en voor zich uit zitten staren. We wandelen dus nog steeds en zijn gewoon weer in de Drunense duinen omhoog geklommen om daarna te genieten van spek en bier. Leuke serveerster trouwens.

Wouter Kramer                    Column 18,  22-01-2015

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *