“Nou, dat is ongelooflijk!”, zegt mijn lief, wanneer we vanuit het gezellige hart van Brussel de parkeergarage in de wijk Sint Joost weer in één keer terug gevonden hebben. Vooraf heeft ze me op het hart gedrukt dat ze niet wilde verdwalen, om vervolgens in het donker met een zere rug de halve stad te doorkruisen.
“Let dus goed op hoe we lopen, vriend, anders krijgen we geheid ruzie!” Gezien mijn staat van dienst in het terugvinden van een geparkeerde auto, weet ik dat ik op voorhand ruzie toch niet kan uitsluiten, dus zeg ik luchtig; “Geen paniek schat, ik heb herkenningspunten in mijn geheugen geprent, diverse duiven heb ik onderweg zien zitten en die volgen we dadelijk gewoon weer terug!” Lachend vervolgen we onze weg en ik let wel degelijk goed op hoe we lopen. We komen net van onze familie uit Haasrode vandaan waar we, zoals gebruikelijk, heel hartelijk en gastronomisch perfect ontvangen zijn. Oom en tante, met kinderen en kleinkinderen, onderhouden met ons neven en nichten graag het dunne, maar o zo prettige, familielijntje. Geschiedenis, verwantschap, heden en toekomst komen aan bod. Wanneer we de verwennerijen van lieve tante ons hebben laten bekomen, gaan vrouw en ik deze keer Brussel verkennen. De rest van het gezelschap gaat de mooie verzameling “kunst van oom” bewonderen. De kleine artistiekeling heeft een grote bekendheid verworven, die verder strekt dan zijn directe omgeving. Terecht, want als je je talent om kan zetten in geëngageerde passie, dan komt de aandacht vanzelf. En daar zijn wij niet vies van in onze familie!
Wanneer we Brussel binnenrijden, ontwaren we het karakter van een wereldstad. Er wapperen allerlei Europese vlaggen voor de ingangen van torenhoge moderne gebouwen. Ze omringen het karakteristiek oude centrum. Daar is een grote Chinese optocht aan de gang. Draken en drums bepalen beeld en geluid deze middag. Het is een exotische verrassing in een van oorsprong Waals/Vlaamse omgeving. Maar de stad lijkt sowieso overgenomen door mensen, die geen Vandenbroucke, Wouters of Vercauteren heten. Wanneer we, na een heerlijk trappistenbier, het inmiddels door Chinezen verlaten plein betreden, merkt mijn vrouw terecht op, dat dit zomaar het plein in Antwerpen zou kunnen zijn. In bouwstijl is dat zeker waar, maar verder lijkt men in Brussel absoluut niet van het bestaan van de steeds belangrijkere havenstad te weten. Ik vraag me af of het afgunst is, of dat de taalgrens er wellicht mee te maken heeft? Voor het oefenen van de Franse taal overigens wel handig, dat letterlijk alles hier tweetalig wordt aangeduid! In ieder geval brengt dit bruggetje mij mooi bij onze 3 e etappe van de dag, de terugreis. “Niet te vroeg juichen”, zeggen we beiden tegelijk, wanneer we de parkeergarage uitrijden. Stap voor stap de zegeningen tellen. Voor de zekerheid de navigatie maar op ‘Thuis’ instellen. Hier linksaf geeft het verraderlijke apparaat aan, ons vertrouwen is door de jaren heen ernstig aangetast door de kleine leugenaar! Deze keer gaat het niet beter, na zes keer omgedraaid te zijn, acht keer onvoorstelbaar hard gescholden te hebben en alle Belgische steden op de borden gezien te hebben, behalve Antwerpen! Begeven we ons later, tien kilometer verder dan bij aanvang, met een vertraging van een half uur op weg naar huis.
Wouter Kramer Column 103, 29-01-2017
Leave a Reply