ALS EEN JONGE HOND

paco

’s Avonds om tien uur lag ik op m’n nest. En dat op een zondagavond, waar normaal gesproken ik altijd nog even het gezwam van de kenners bij Studio Voetbal aanhoor. Nu was ik versleten, wat zeg ik? Ik was gewoon kapot, gesloopt en klaar voor de wals.

Het was mijn tennisweekend en zoals gebruikelijk heb ik me weer uitgesloofd. In mijn herenteam op zaterdag noemen ze mij de Labrador, omdat ik elke bal probeer terug te brengen, hoe onmogelijk dit ook is. In het gemengde team van zondag, werd ik een jonge hond genoemd, omdat ik achter een raar weg stuiterende bal aanrende en daarbij vreemde haakse bochten nam. Toch was dit niet alleen de aanleiding voor het eind van mijn latijn. We zijn het er thuis al een tijdje over eens, om er een tweede hond bij te nemen. In het geval van mijn vrouw is het de aanzet tot een roedel en in mijn beleving eindelijk de kans op een hond, die groter is dan een doorsnee dwergkonijn. De criteria zijn bepaald op: De hond moet apporteren, een minimale schofthoogte hebben van vijftig centimeter, een pup zijn en mij aanspreken. Afgelopen herfst was het bijna zover. Op een hete zomerdag, tijdens een bezoek aan een Franse boerenrommelmarkt bij ons in de Morvan, was er een tentoonstelling van Franse jachthonden. Daar, in een grote kennel, lag een teef met zes puppy’s. Griffon Nivernais stond er op het plaatje en ik was verkocht. “Wat een leuke hond zeg!” Even voor de duidelijkheid: “Ik dacht dit alleen maar.” Want ondanks dat ik er wel uit was, dat we een tweede hond zouden nemen, was mijn systeem nog niet rijp voor een acute datum. “Jij vindt deze leuk he?” hoorde ik naast me. Vervelend zeg, die vrouwelijke intuïtie. Inmiddels weet ik, dat het ontkennen van mijn gevoel totaal geen zin heeft. Mijn super sensitieve wederhelft voelt met haar ogen, ruikt met haar oren en proeft met haar neus. Elk feromoontje, dat mijn poriën verlaat, wordt opgepikt en verraadt mijn gemoedstoestand. Soms haalt het volledig de spanning uit onze relatie, maar niet uit mijn frustratie. Die middag nog, werd mijn vrouw omringd door hitsige Franse hondenbezitters, die haar in het Morvandels probeerde uit te leggen dat ze over zes weken een pup kan ophalen. Een morsig kladje met een routebeschrijving werd in haar handen geduwd. Enigszins opgelucht dat dit wel zou overwaaien, nam ik afscheid van de rommelmarkt. Niet geheel toevallig waren we er zes weken later weer. Het kladje bracht ons wonder boven wonder op de plaats van bestemming, waar de zoon van de boer ons wist te vertellen, dat de laatste pup één dag ervoor verkocht was. Diep teleurgesteld, maar blij met mijn effort, heeft vrouw zich er overheen gezet. Tijdelijk weliswaar, want nu is het dan zover! Via een adoptiesite voor Spaanse zwerfhonden hebben we twee weken geleden kennis gemaakt met een pup van vier maanden. Toen vrouw vroeg: “Zullen we even gaan kijken?” Vertelde ik al: “Hondje kijken is hondje kopen hé!” Dat klopt dus gewoon. Paco is ons nieuwe gezinslid. Deze halfwindhond, van het Podenco ras, is gezien zijn karakter wel afwijkend van ons gezin. Ze zijn namelijk eigenzinnig, springerig, speels en hebben veel beweging nodig, anders worden ze saggerijnig. Nu hebben we Paco nog “af en toe” om te wennen en over een goede week permanent bij ons. Ik ben er nu al gek mee! Samen dollen en rennen in het park, heerlijk. Word ik dan toch een hondenmens? Nu wel op tijd m’n mandje in, net als onze jonge hond. Anders houd ik dit niet vol!

Wouter Kramer                                                                        Column 16-02-2017

HOE NU VERDER?

mars

Daar zit ik dan in mijn supersonische ruimtecapsule onderweg naar Mars. Eind 2017 heb ik me laten overhalen, de transformatie te ondergaan, om mijn leven tot in lengte van dagen op te rekken. Ik had namelijk medio dat jaar de jackpot gewonnen in een loterij. Heel mijn leven, zoals tot dan toe bekend, ging op de schop.

Toen de lege champagneflessen allang waren weggegooid en de toeters en bellen inmiddels opgeruimd, kreeg ik ongewenst advies over de zinvolle besteding van mijn fortuin. Waarom zou je niet het tijdelijke voor het eeuwige verwisselen als dit kan? Werd me voorgespiegeld. Er zijn tegenwoordig zoveel mogelijkheden, om het avontuur des levens voort te zetten. Een levensgenieter als jij gaat toch, in de herfst van zijn leven, niet rustig zitten wachten op de dood, wanneer er onbegrensde mogelijkheden zijn om dit te voorkomen! Middels modificaties, stamceltechnologie, drie dimensionale printers en kweekorganen uit varkens, kunnen je geestelijke en lichamelijke gebreken worden hersteld. Tevens wordt het verouderingsproces tot stilstand gebracht! Waarom is dit zaadje toch in mijn hersenen geplant en ontsproten? Vraag ik me af. Het leven dat ik leed was, ondanks wat hobbels en bobbels, zo gek nog niet. Aan eenieder die het maar wilde horen, verkondigde ik de tegeltjeswijsheid, dat geluk juist in de kleine dingen zit. De financiële mogelijkheden die me ten deel gevallen waren hebben me dus langzaam maar zeker op andere gedachten gebracht. De tegeltjeswijsheid vond geen gehoor meer bij mijn publiek en werd afgedaan met “jij hebt makkelijk praten”. Het was het begin van het einde. Het delen van het tientallen miljoenen werd nooit als eerlijk ervaren en het niet delen was egoïstisch. Tevens maakt bezit de bezitter hebberig en je hebt ineens heel veel kwijt te raken. Van een winnaar naar een verliezer was de prijs die ik uiteindelijke betaalde voor mijn prijs. Na het vertrek uit mijn bestaan van mijn vrouw en kinderen, mijn familie en vrienden, kortom mijn geluk, bleef ik achter met een pakhuis vol met geld. Andere “vrienden” kwamen ervoor in de plaats. Patsers met poen en hele andere ideeën en inzichten dan ik tot dan toe had. Ik werd geïntroduceerd in de moderne wetenschap die alleen voor de “happy few” in het verschiet ligt. Alles waar ik ooit een vermoeden van had werd bevestigd. Een machtige elite bovenlaag bepaalt de toekomst van het leven op aarde. Geld lijkt toegang te geven tot deze nieuwe adel. Superfit van lichaam, met een gebrainwashde geest werd ik, met de toenmalig bekende technieken, klaargestoomd voor de tot dan toe onmogelijk geachte missie naar Mars. Waar de rest van mijn nieuwe vrienden reeds een compound hadden ingericht, waar we op ons gemak konden toekijken hoe de aarde langzaam maar zeker verschrompelde. mars1

Ik heb ongelooflijke spijt! Ik mis mijn geliefden en vrienden verschrikkelijk. Alsmede de krootjes uit eigen tuin en het welkomstliedje iedere morgen van ons roodborstje. Want ik ben alleen op weg naar de rode planeet. Ik moest een miljardje bijleggen om mee te gaan in het teleportatieproject van mijn vrienden, die een “tweede Aarde” hadden ontdekt. Toen ik dat niet kon, hebben ze me, volgens afspraak, afgeschoten in deze capsule. Op naar dorre eenzaamheid in een troosteloze eeuwigheid.

Wouter Kramer                                                                                                    Column 104, 09-02-2017

VERDWALEN IN BELGIË

43x53 http://www.sanderusmaps.com/en/our-catalogue/detail/162995/%20antique-map-of-brussels-by-janssonius-j./

“Nou, dat is ongelooflijk!”, zegt mijn lief, wanneer we vanuit het gezellige hart van Brussel de parkeergarage in de wijk Sint Joost weer in één keer terug gevonden hebben. Vooraf heeft ze me op het hart gedrukt dat ze niet wilde verdwalen, om vervolgens in het donker met een zere rug de halve stad te doorkruisen.

“Let dus goed op hoe we lopen, vriend, anders krijgen we geheid ruzie!” Gezien mijn staat van dienst in het terugvinden van een geparkeerde auto, weet ik dat ik op voorhand ruzie toch niet kan uitsluiten, dus zeg ik luchtig; “Geen paniek schat, ik heb herkenningspunten in mijn geheugen geprent, diverse duiven heb ik onderweg zien zitten en die volgen we dadelijk gewoon weer terug!” Lachend vervolgen we onze weg en ik let wel degelijk goed op hoe we lopen. We komen net van onze familie uit Haasrode vandaan waar we, zoals gebruikelijk, heel hartelijk en gastronomisch perfect ontvangen zijn. Oom en tante, met kinderen en kleinkinderen, onderhouden met ons neven en nichten graag het dunne, maar o zo prettige, familielijntje. Geschiedenis, verwantschap, heden en toekomst komen aan bod. Wanneer we de verwennerijen van lieve tante ons hebben laten bekomen, gaan vrouw en ik deze keer Brussel verkennen. De rest van het gezelschap gaat de mooie verzameling “kunst van oom” bewonderen. De kleine artistiekeling heeft een grote bekendheid verworven, die verder strekt dan zijn directe omgeving. Terecht, want als je je talent om kan zetten in geëngageerde passie, dan komt de aandacht vanzelf. En daar zijn wij niet vies van in onze familie!

Wanneer we Brussel binnenrijden, ontwaren we het karakter van een wereldstad. Er wapperen allerlei Europese vlaggen voor de ingangen van torenhoge moderne gebouwen. Ze omringen het karakteristiek oude centrum. Daar is een grote Chinese optocht aan de gang. Draken en drums bepalen beeld en geluid deze middag. Het is een exotische verrassing in een van oorsprong Waals/Vlaamse omgeving. Maar de stad lijkt sowieso overgenomen door mensen, die geen Vandenbroucke, Wouters of Vercauteren heten. Wanneer we, na een heerlijk trappistenbier, het inmiddels door Chinezen verlaten plein betreden, merkt mijn vrouw terecht op, dat dit zomaar het plein in Antwerpen zou kunnen zijn. In bouwstijl is dat zeker waar, maar verder lijkt men in Brussel absoluut niet van het bestaan van de steeds belangrijkere havenstad te weten. Ik vraag me af of het afgunst is, of dat de taalgrens er wellicht mee te maken heeft? Voor het oefenen van de Franse taal overigens wel handig, dat letterlijk alles hier tweetalig wordt aangeduid! In ieder geval brengt dit bruggetje mij mooi bij onze 3 e etappe van de dag, de terugreis. “Niet te vroeg juichen”, zeggen we beiden tegelijk, wanneer we de parkeergarage uitrijden. Stap voor stap de zegeningen tellen. Voor de zekerheid de navigatie maar op ‘Thuis’ instellen. Hier linksaf geeft het verraderlijke apparaat aan, ons vertrouwen is door de jaren heen ernstig aangetast door de kleine leugenaar! Deze keer gaat het niet beter, na zes keer omgedraaid te zijn, acht keer onvoorstelbaar hard gescholden te hebben en alle Belgische steden op de borden gezien te hebben, behalve Antwerpen! Begeven we ons later, tien kilometer verder dan bij aanvang, met een vertraging van een half uur op weg naar huis.

Wouter Kramer                                                                                                  Column 103, 29-01-2017

SCHOOLREISJE

familie-foto-angelique

Om half vier vanmorgen ging de wekker. Drie kwartier later moesten we de broer van de vrouw oppikken, dus ik werd gesommeerd om op te schieten. Meestal is het net andersom, maar nu is de vrouw eerder vertrekklaar. Onhandig hijs ik me in pakkie deftig, omdat ik vanavond een netwerkborrel van mijn werk heb. Duidelijk overdressed voor de komende uitdaging, voel ik me nu ongemakkelijk op dit onmogelijke tijdstip.

Als ik beneden kom, staat mijn thee al klaar met een plakje peperkoek, is de auto reeds aan het opwarmen en hoef ik alleen nog maar de zware koffer in de achterbak te tillen. Zelfs de hond heeft al gepiest en de kat gegeten. “Kom op nou, mijn broer staat waarschijnlijk al, met min vijf, een kwartier buiten!” zegt de nerveuze echtgenote pinnig. Ik probeer de rust te bewaren om er zeker van te zijn dat er niets vergeten wordt. Eénmaal op de Noordendijk staat zwager inderdaad al met zijn eveneens enorme koffer te wachten. Hij is echter zeer goed gemutst en dat begrijp ik wel. Want we vervolgen namelijk onze weg naar mijn schoonouders, waar de twee zussen van de vrouw zich ook al verzameld hebben. Schoonmoeder heeft haar kinderen getrakteerd op een vakantieweek naar de zon. Alleen met haar eigen kinderen wel te verstaan en ook schoonvader gaat niet mee. Wat wel mag, is wegbrengen en aangetrouwde zwager en ik zijn de gelukkigen! Ophalen zou overigens ook erg op prijs gesteld worden, maar ik wil dat genoegen natuurlijk andere familieleden niet ontnemen! In het verzamelpunt op de Singel is het binnen “huize vakantiegangers” een drukke boel. Om vijf uur ’s morgens worden er uitgelaten dansjes gedaan en de één is nog nadrukkelijker aanwezig dan de ander. Het is combinatie van spanning en sensatie. Hoe zal het gaan met z’n allen? heb ik alles bij? Is het lekker weer daar? Moet ik nu al een pilletje voor de vliegangst nemen? Nog even en ze staan met z’n vijven luidkeels te zingen om de spanning te doorbreken. Schoonpa zit er met een slaperige kop bij en denkt duidelijk aan het moment dat iedereen is opgesodemieterd en hij weer onder de wol kan kruipen. Schoonma loopt voor de zoveelste keer haar lijstje na en is op van de zenuwen. Net herstelt van de tweede griepaanval in korte tijd, loopt ze als een kip zonder kop rond. Bij mijn eigen vrouw kun je inmiddels een ei in haar kont gaar koken. Als zwager de koffers gaat inladen, kijken de zusjes me met strakke koppies en grote ogen aan, alsof ze net als vroeger zo de bus in kunnen stappen voor een schoolreisje naar een onbekend pretpark. Het wordt duidelijk tijd om te gaan. Na het uitzwaaien gaan we op pad richting Schiphol. Koud onderweg, kan ik er bij Hendrik Ido Ambacht al weer af omdat schoonma toch nog wat vergeten is! “Godsammetruttenbolle, ik kan mezelf wel voor m’n kop slaan.”; zegt ze vol schaamte. “Laat ik de telefoon in de oplader zitten.” Hilariteit alom en de toon is gezet. Schoonpa wordt gebeld om klaar te staan met het, tegenwoordig onmisbare, kleinood. De beste man ligt reeds in zijn pendek op één oor en de zusjes zeggen dat hij maar mooi naar buiten moet komen met de telefoon. Het bederft de goede sfeer geenszins en na een voorspoedige trip en een geslaagde incheck kunnen we eindelijk ontspannen met z’n allen een bakkie doen. Daarna kusjes voor mijn schat en fijne vakantie gewenst. Veel plezier schoonfamilie! Ook ik ga genieten van een weekje rust. En wie weet kom ik jullie wel weer ophalen, maar dat laat ik nog even in het midden!

Wouter Kramer                                                                                                   Column 102, 19-01-2017

WERK DAT NIET MAG OPVALLEN

klussen-zuidendijk

Van de week heb ik in het nieuwe “oude” huis van dochter en schoonzoon geklust. Heel vertrouwd op de Zuidendijk, weer met allerhande gereedschap aan de slag. Ik ben een ouderwetse klusser, die nog hamers en tangen gebruikt, welke ik als beginnend verbouwer aangeschaft heb of ooit van mijn familie geërfd heb. Waarom iets wegdoen dat nog goed is? Niet alles waar een snoer en stekker aanzit, of op een grote accu werkt, is per definitie beter.

Wel hecht ik waarde aan goed en scherp timmermansgereedschap, dus zagen en beitels moeten nieuw of zorgvuldig bijgehouden zijn. Dat heeft weer zijn mooie vruchten afgeworpen. Tevens heb ik schoonzoon geïntroduceerd in de schone kunst der houtbewerking. We hebben een ontbrekend deel van de parketvloer in de woonkamer aangeheeld. Dit was nodig, nadat daar de haard is verwijderd. Dat je dan iets meer dan een vierkante meter eiken vloer mist, bleek bij de nieuwe bewoners toch nog enigszins een verrassing. Even wat nieuwe planken erin en klaar, was helaas niet van toepassing. Ten eerste waren er bij de oude bewoners geen planken meer bewaard en ten tweede was met geen mogelijkheid de leverancier meer te traceren. Dit blijkt overigens een slimme verkooptruc om je uiteindelijk een hele nieuwe vloer aan te smeren.

Via via zijn dochter en ik bij de eigenaar van Alpon vloeren op de Blekersdijk in Dordt uitgekomen. De beste man is in de goede zin des woord een houten klaas. Een echte liefhebber van dit natuurlijke materiaal. Van buiten kun je niet om de zaak heen en van binnen ademt alles de geur van het lichte berken- tot het donkere ebbenhout uit. Bij onze vraag of hij ons wellicht kan helpen aan parketplanken met een eiken toplaag, van een bewuste afmeting, lichten zijn ogen op en merk je aan alles dat deze man ons wel kan zoenen, vanwege het feit dat wij niet vragen naar het akelige kunststof laminaat. “Nou dat zal nog niet meevallen”, zei hij verderop in zijn magazijn “Rijden jullie maar even achter mij aan, dan gaan we daar even lekker snuffelen.” Bij het betreden van de loods, komt de man in zijn walhalla terecht, alles hierbinnen is van hout of heeft met hout te maken. Van de grond tot het plafond liggen er restanten van vloeren opgestapeld. Wij zien door de bomen het bos niet meer, maar deze kenner weet feilloos waar hij moet zoeken, naar de juiste planken die wij nodig hebben. Schuivend, snuffelend en opzij leggend komt hij steeds dichter bij het doel. Trots staan we even later met vier prachtige planken van praktisch dezelfde afmeting en kleur in onze handen. Het symbolische bedrag, dat we moesten afrekenen, zegt genoeg over het genot dat we deze man hebben gegund. Op de vraag, welke lak er het best op de vloer kan, zegt de connaisseur gedecideerd: “Olie! Hout gaat in de olie”, en op de valreep krijgt ze nog een blikje in haar handen gedrukt.

Een week heb ik nagedacht over hoe we met planken, die net afwijken van de originele maat, een vloer zo mooi en natuurlijk mogelijk kunnen aanhelen. Uiteindelijk zijn de planken aan alle kanten op maat gezaagd, met metalen strips verbonden, gelijmd en volledig gelijk met de vloer ingepast. Het hele proces van bedenken, passen, meten en maken heeft een onzichtbaar resultaat opgeleverd, zeker nu er een bank overheen staat. Trots kijken schoonzoon en ik nog één keer naar niets.

Wouter Kramer Column 101, 21-01-2017

HET IS MAAR EEN GETAL

100-jaar

In de moeilijkste periode van mijn leven, toen mijn wereld instortte en er meer zwart dan wit was in mijn bestaan, heb ik me vastgehouden aan het getal 100. Wat er ook gebeurt, of je nu gelukkig bent of niet, arm of rijk, succesvol of onder een brug. Het kan zomaar zijn, dat je in al die omstandigheden 100 jaar oud wordt. Met die wetenschap, is het dan toch wel handig om er maar het beste van te maken.

Inmiddels ben ik over de helft en lacht het leven me toe. Ik heb gelukkig, richting mijn centennial, nog vele lentes te gaan. Bovendien heb ik mijn vrouw beloofd haar te overleven en geloof me maar, zij wordt stokoud! Belofte maakt schuld, dus ik heb grote kans de 100 te halen. Ook het feit, dat ik nog geen opa ben en dit er volgens mij voorlopig nog niet inzit, betekent dat ik geduldig mijn tijd moet nemen om later met de kleine schoffies en schoffesses, op schoot liedjes voor ze te zingen. Ik ben benieuwd of ik de gekke liedjes, die mijn vader vroeger voor ons zong, dan nog herinner? Dat zal afhankelijk zijn van mijn geestelijk aftakeling, Fysiek zal het allemaal nog wel in orde zijn, want ik leef heel zuinig en mijn lichaam is mijn tempel. Maar ik word al een beetje vergeetachtig en de teksten van liedjes zijn toch al niet mijn sterkste kant. Dan maar 100 uit nonsens op ratelen, dat lukt me denk ik altijd nog wel.

Ik weet nog dat ik vroeger de magische hoeveelheid van 100 mooie glazen knikkers, met pieken en schuiven, binnengehaald had. De eerlijkheid gebied te vermelden dat alles wat rond was, van een bepaalde afmeting, meegeteld werd en een klein beetje valsspelen hier en daar niet geschroomd werd. Dus stalen kogels uit lagers en witte kalkenpoepers maakten gewoon deel uit van het geheel. Mijn eerste 100 gulden op de zilvervlootrekening, die mijn zuinige moeder voor me geopend had, is ook zo’n mijlpaal! Na eindeloos oefenen, bij ons voor de deur op het Goeman Borgesiusplantsoen, een bal hooghouden totdat de 100 gehaald was. “Zou ik dan toch nog een technische voetballer worden?” De dikke overschrijding van 100 kilometer per uur en dito boete, met mijn eerste sportautootje, vergeet ik ook niet meer. De wilde orchideeën in de tuin in Frankrijk. Bij aankoop exact 42 bloeiende exemplaren van de prachtige paarse Mannetjesorchis en al na twee jaar, van gericht maai en hooiwerk, de 100 gepasseerd.

magisch-getal-100

Zo zie je maar, dat 100 voor mij een getal is met een verhaal. De ene keer van meerwaarde en de andere keer een ingeprente herinnering. Nu schrijf ik dus een verhaal met een getal. Naar dit aantal heb ik niet echt toe gewerkt, maar het is nu wel zover. Eerlijk gezegd had ik van tevoren niet gedacht dat ik de 100 zou halen. Wat ooit begon als één van mijn vele onrustige “artistieke” zijsprongen, die meestal vroegtijdig in schoonheid sterven, schrijf ik nu al meer dan twee jaar bijna wekelijks mijn stukjes proza. Buiten het plezier dat ik aan het schrijven beleef, is ook de waardering van de lezers absoluut de oorzaak van deze ongelofelijke hoeveelheid hersenspinsels. Voor de tevreden lezer is dit een hint, moge dat duidelijk zijn! Of ik dit tot mijn 100e verjaardag volhoud en waar het eindigt, weet ik nu nog niet? Gelukkig is 100 inmiddels ook maar een getal en geen doel meer.

Wouter Kramer                                                                                                    Column 100, 05-01-2017

ONDER DE GROND

dolende-ziel

Eigenlijk wist ik het natuurlijk al een tijd. Intuïtie bedriegt je namelijk niet. Alleen volgen we ons gevoel niet altijd meer. We hebben dat voor onze veiligheid niet zo hard meer nodig. Hoe vaak worden we nog overvallen door gevaar dat levensbedreigend is? Schrikken kan echter nog steeds!

Rondom ons huis spookt het! Een paar weken geleden werd ik ’s avonds vanachter het keukenraam gadegeslagen. Door wie is me niet helemaal duidelijk, want de manspersoon is gehuld in nevelen. Op het moment dat ik me gewaarword van zijn aanwezigheid lost de verschijning op in de duisternis. Ondanks dat ik weet dat er weleens “iemand” voorbijkomt, is de eerste reactie altijd een verstijving van schrik. Mijn hele systeem gaat op alert en een oerkracht ter verdediging maakt zich van mij meester. De adrenaline giert door het lijf en ik ben zo scherp als een mes. Wanneer de bedreiging wegebt, gaan langzaam de haren op mijn armen weer liggen en verdwijnt de koude rilling op mijn rug. Het was maar een geest. Een week later loopt de verschijning een stukje naar me toe wanneer ik naar de achterdeur loop, om deze op slot te draaien voor het slapen gaan. Angst houdt me, over het algemeen, niet zo bezig en nieuwsgierigheid neemt inmiddels de overhand. Wie zoekt mij op? Of wie doolt hier rond in onze achtertuin? Wanneer ik mijn vrouw vertel van mijn ervaring gaan de deuren ’s avonds extra op slot en wordt voor het slapen gaan alles nog eens gecheckt en dubbel gecheckt. Alsof dit enig effect heeft, geesten kennen geen sloten en hebben geen belemmeringen om jouw geest te bezoeken. Zodoende stond vannacht de verschijning aan het voeteneinde van ons bed en wenkte me om met hem mee te komen. Even voor de zekerheid mijn ogen uitwrijven of ik niet in een droom zit, maar dat is niet het geval. Zeer voorzichtig, om mijn vrouw niet te wekken, sluip ik uit bed en de geest gaat mij voor, op de trap naar beneden. Nog steeds kan ik door de nevelen niet zien, wie mij hier meelokt. Verschillende personen komen, in mijn brein, hiervoor in aanmerking; mijn vader, aan wie ik de laatste tijd veel moet denken, mijn opa’s, waar ik warme herinneringen bij koester. Maar ook mijn voormalige vriend, hier uit de straat, kan zomaar een optie zijn. Eenmaal in de keuken beland, staat de wazige persoon ineens alweer buiten en ik nog binnen. Na het opendraaien van de diverse sloten, bevind ik me even later in mijn achtertuin. Door de tintelende kou weet ik inmiddels zeker dat ik niet droom. De sensatie laat me in de waan dat de kou meevalt. Even later lopen we in het parkje naast het huis, waar de geest, tot mijn verbazing, zich bukt om een luik te openen. Bij de eerste treden naar beneden bemerkt hij mijn aarzeling en strekt een sluierachtige arm uit. afdalende-trapDe uitnodiging voelt vriendelijk aan en ik tast met mijn hand naar een soort onwezenlijk begeleiding. Behoedzaam dalen we, door een schuin aflopende tunnel, de diepte in. Net wanneer ik denk dat er geen einde komt, aan deze ondergrondse dwaling, betreden we een oude gewelfde ruimte. In het flauwe licht ontwaar ik een gezellige drukte van dolende zielen. Alsof ik hier thuishoor, beland ik aan een lange tafel, waar mijn aanwezigheid als vanzelfsprekend wordt beschouwd. Inmiddels is mijn gids opgelost in de menigte en na een verrassend aangenaam verpozen, begeef ik me terug naar mijn alledaags bestaan. Eenmaal terug in bed, kruip ik lekker tegen mijn warme vrouw aan. Ik twijfel, ga ik dit haar morgen vertellen, of niet? Volgende keer wellicht, eerst even vragen aan mijn geestverwant!

Wouter Kramer                                                                                                      Column 99, 29-12-2016

POWER TO THE PEOPLE

fidel_castro

Het establishment, wat is dat eigenlijk? Het zijn de apen boven op de rots, die het voor het zeggen hebben. Het is nooit anders geweest, macht maakt geil en dat geef je niet zomaar op. Deze oerdrift zit er in en hoort bij de natuur. De oude “democratische” Grieken hanteerden al: Verdeel en heers!

Dat roept altijd jaloezie op en het gepeupel gaat, op een gegeven moment, morren. Elite komt, maar gaat vaak niet vrijwillig. Het pluche is verslavend. Een rasechte oude Cubaanse revolutionair is onlangs gaan hemelen. Tenminste, ik weet niet of de gezworen communist wel in het hiernamaals geloofde, maar ook dat sluit ik, bij het rammelen aan de hemelpoort, niet uit. Typerend dat hij door zijn broer is opgevolgd. Ouderwets feodaal vasthouden van de macht en de persoonlijke belangen, lijkt mij. De beginselen zijn al lang verkwanseld en de macht ligt helemaal niet meer bij het volk.

Door digitale globalisering wordt de wereld steeds kleiner. We worden luid geïnformeerd over de posities van de vermeende machthebbers der aarde. Er lijkt een verschuiving plaats te vinden van de wijzen naar de rijken. Het één sluit het ander niet uit, maar het gevoel bestaat, dat we door een select groepje (invloed)rijke machtswellustelingen gemanipuleerd worden. Zijn we dan terug bij af en zijn de revoluties voor niets geweest? Dansen we gewoon weer naar de pijpen van de nieuwe adel. Door verbetering van de leefomstandigheden, is het sociale electoraat grotendeels verschoven naar de protectionistische middenklasse en vormen de studenten een slappe groep van ja-knikkende potentials. Wat je niet hebt, kun je niet verliezen en eerlijk delen wordt pas interessant als er iets te krijgen valt, in plaats van alleen te geven. Het leidt tot slap protest, een “zogenaamde” tegenstem. Je ontketent geen revolutie waarbij je alles, inclusief je leven, kunt verliezen. Het water staat ons nog niet aan de lippen. We hebben het goed en dat maakt behoudend. Het wordt egoïstisch geklaag over onbegrip. Het establishment en het volk spreken dezelfde taal niet meer. Maar in ons stelsel hoort het parlement ons te representeren. Zo is onze democratie opgebouwd en bedoeld. Het is namelijk onmogelijk om consensus te bereiken, indien je de mening van eenieder vraagt en wilt respecteren. Zolang je dit kunt uitleggen werkt het, maar daar zit de crux, het valt niet meer uit te leggen of men kan het gewoonweg niet meer uitleggen. Populisme is het gevolg! Hebben is houden. Blijf met je fikken van onze spullen, tradities, wijken, verworven rechten en vooral macht af. Zo niet, “pleur dan op!” Wordt er geschreeuwd.

In Amerika is de toon gezet door de Clintonclan te verdrijven, maar de “conspiracy theory” is groter dan ooit. Er leeft een enorme achterdocht tegen de gevestigde orde. Er is sprake van een angst dat, wanneer de aarde onleefbaar is geworden, “the happy few” ons lachend achterlaten om, in een exclusief resort op Mars, verder feest te vieren. Ik vrees soms dat dit eerder gebeurt dan dat, met goed leiderschap, visie en beleid, deze prachtige aarde behouden blijft. Er is nieuwe inspiratie nodig. Democratie, communisme, oligarchie, theocratie, dictatuur en meer van dit soort verzinsels werken niet meer. Tijd voor: Power to the people 2.0! We moeten met zijn allen opstaan en naar een verlossende éénwereldcratie? Viva La Revolución. Met de rentmeesterslogan: Deel en beheers!

Wouter Kramer                                                                                           Column 98, 9 december 2016

digitale-globalisering

KLEIN LEED

greenpeace

Vrouwlief is getransformeerd. Ik weet niet of ik er als zodanig invloed op heb gehad, maar haar schoenen- en tassenkoorts heeft plaats gemaakt voor stookhoutkoorts. Ik kan niet anders zeggen dan dat dit mij bijzonder vrolijk stemt. Het effect is dan ook dubbelop. Win win om zomaar te zeggen. Waar de eerste koorts gepaard ging met hoofdpijn en verhoging (van irritatie) bij mij, brengt het tweede geval van verzamelwoede, innerlijke rust en verlaging (van kosten) met zich mee.

Dit leidde tot een subtiel telefoontje afgelopen zaterdag. “Zeg….” Als ze met dit woord een gesprek met je begint, komt er kritiek of een opdracht. Dus ik zette me vast schrap. “Zeg, nu rijd ik hier langs de manege en er liggen hier wat omgezaagde stammen en takken. Je hebt nu de aanhanger, dus laad samen even dat hout in alsjeblieft, doeg”. Ik kijk op dat moment mijn schoonzoon even aan. We zijn net terug van een ophaalklus. Dochterlief had me van de week gebeld. “Pap, ik dacht….” Als ze met deze woorden een gesprek met je begint, komt er een plan waar je niet omheen kunt. Dus ik zette me schrap. “Pap, ik dacht dat jij misschien met mijn kanjer, want die is toevallig vrij, zaterdagochtend een kast op kan halen die ik al gekocht heb, je moet voor 10.00 uur in de stad zijn, dan zijn de pollers nog omlaag en jij hebt een trekhaak en hij kan dan een aanhanger huren. Goed plan toch!” “Uhh, natuurlijk meid, geen probleem, volgens mij is het allemaal al geregeld… toch?” Stip ik nog even luchtig aan. Dat haar kanjer ook een beetje overvallen was door dit plan, blijkt uit het feit dat hij, weliswaar stipt om 09.00 uur, behoorlijk brak bij ons op de stoep stond. Hij had een themafeest van zijn werk achter de rug en, als James Bond, overduidelijk te veel Martini’s “shaken not stirred” op. De arme jongen heeft zich de hele ochtend moeten vermannen om, de rit met de aanhanger en het sjouwen met de kast, te overleven. Met zijn gedachten alweer in zijn nest, ga ik hem nu nog vragen om wat hout te scoren bij de ingang van onze wijk. “Tuurlijk, geen probleem.” Probeert hij nog enigszins enthousiast over te komen, maar bij de aanblik van de omgezaagde es, van behoorlijke omvang, zinkt de moed, deze brakke Brit, volledig in de schoenen. We verzamelen, voor de vorm, wat apart gelegde takken en ik loop naar een rommelige hoop verweerd hout. Ik buk om een flik stuk schors op te pakken. Op dat moment begint de hele hoop zachtjes te bewegen en vervaarlijk te zoemen. Nu ik wat beter uit mijn doppen kijk, zie ik een enorm bijennest hier op de grond liggen. De es was over een meter lengte uitgehold om een groot bijenvolk te huisvesten. Op deze bitterkoude zaterdagmorgen proberen honderden bezige insecten het vege lijf van de koningin te redden en de honingvoorraad veilig te stellen. De bijen hebben het toch al zwaar met al het landbouwgif en het is een triest gezicht om het gevecht op leven en dood zo open en bloot te aanschouwen. Gelukkig ben ik degene, die dit potentieel gevaar als eerste opmerk. Indien schoonzoon hier nietsvermoedend mee aan de haal was gegaan, had hij zich met de moed der wanhoop nog uit de voeten moeten maken. Al met al komen we nu gelukkig nog goed weg met de opdrachten van onze vrouwen. Ooit heeft dochter, haar stiefmoeder tot bijenmoeder gemaakt via Greenpeace. Plichtbewust en liefdevol neemt ze hierin nu haar verantwoordelijkheid en schakelt de Dordtse bijenvereniging in om dit mooie volk te redden. Blij en tevreden kan ze weer rustig slapen, nu dit kleine leed is opgelost.

 

Wouter Kramer                                                                               Column 97, 01-12-2016

 

bijenmoeder

KAN IK NOG ALLEEN ZIJN? (DEEL 2)

parijs-decadent

Het land van zon, wijn en honing! Waar gastronomie een levenswijze is en Obelix niet kan begrijpen dat je ziek kan worden van veel, vet en lekker eten. Daar zat ik dan, midden in dit land, in de kou aan de lege oude eettafel.

Enkele uren daarvoor ben ik door de romantische lichtstad van Europa gesjeesd. Niemand had me tegen kunnen houden, wanneer ik de geleende bus geparkeerd had in de buurt van de Sacré-Cœur. Om me vervolgens, in één van de gezellige kroegjes rond het plein van Montmartre, tot in de kleine uurtjes te laven aan de Pastis en Eau de Vie. Wellicht had ik er gewoon een paar dagen kunnen blijven! Goed Michelin bistrootje uitzoeken op de Champs-Élysées en liefdevol de smaakpapillen laten beroeren. Haut-Médoc van een goed jaar erbij en uiteraard mijn geliefde Sancerre, van schandalige prijsklasse, in mijn grote kristallen wijnglas langzaam rond laten gaan. Des avonds, na een gezellig verpozen aan de chique bar van het authentieke, maar uiterst luxueuze Grand Hotel, nog even een VSOP-cognacje, terwijl ik me in het heerlijke warmte water van de jacuzzi laat glijden, om het oude lichaam op de aangename temperatuur te houden, die hier standaard in de suite heerst. Na een verzadigd verpozen in de metropool, toch maar even naar de Morvan voor een snelle check of het huisje er nog onbeschadigd bij staat. Vervolgens intrek genomen in het opgeknapte kuuroord van de plaatselijke Thermen in Saint-Honoré-les-Bains. Waar ik, na een dag van ontspanning en massage, de nette kleding aantrek om in het plaatselijke casino de gebraden haan uit te hangen. Terwijl ik de muntjes kwistig door de vinger laat glijden, kijk ik de mooie frêle gastvrouw in de strakke rode jurk, nog even goedkeurend na. Ook verheug ik me al op het besproken diner, waarschijnlijk Quiche Lorraine, Coq au vin, Crème brûlée en een stevige kaasplank na. Het geheel afblussen met een goed bakkie espresso vergezeld van een paar originele macarons. Dan de avond eindigen met een stevig potje blufpoker en Dom Perignon, waarbij winst of verlies van ondergeschikt belang is.

Had zomaar gekund, had het mezelf ook wel gegund! Nu ik de paar schamele boodschapjes uitpak, die ik onderweg nog even heb ingeslagen. Het wordt eerder spartaans en zeker geen gastronomische verwennerij deze week. Tijdens de vluchtige rustmomenten waarbij ik mijn, toch al kleine, voorraad gestaag zag slinken en ik het inmiddels stugge brood nog maar eens met harde boter en bramenjam weg knaag, kwamen de bovengenoemde droombeelden nog weleens voorbij. Zeker wanneer ik, na een dag buffelen en een stevige borrel, door de buurman gestookt van onze eigen peren, dacht in een delirium te zijn beland, toen ik zwetend wakker werd in het donkere slaapkamertje en gedesoriënteerd de lange rijkelijk gedekte tafels met delicatessen probeerde te ontwaren.

Uiteindelijk is het de week geworden waarop ik gehoopt had. De klussen, die ik wilde afmaken, zijn geklaard. Hard gewerkt en het oude lijf heeft me niet in de steek gelaten. De ongemakken van een oud huisje in de Bourgogne, met de beperkte middelen die ik tot mijn beschikking had, waren precies voldoende om lichaam en geest volledig in balans te krijgen. Fluitend knal ik op de terugweg weer door Parijs en er is geen moment dat ik overweeg te stoppen. Ik ben een postduif op weg naar huis!

Wouter Kramer                                                                                        Column 96, 24 november 2016